Tegenover het graf

Matteüs 27:57-66

57 Toen de avond gevallen was, arriveerde er een rijke man die uit Arimatea afkomstig was. Hij heette Josef en was ook een leerling van Jezus geworden. 58 Hij meldde zich bij Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Hierop gaf Pilatus bevel het aan hem af te staan. 59 Josef nam het lichaam mee, wikkelde het in zuiver linnen 60 en legde het in het nieuwe rotsgraf dat hij voor zichzelf had laten uithouwen. Daarna rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf en vertrok. 61 Maria van Magdala en de andere Maria gingen tegenover het graf zitten en bleven daar achter. 62 De volgende dag, dus na de voorbereidingsdag, gingen de hogepriesters en de farizeeën samen naar Pilatus. 63 Ze zeiden tegen hem: ‘Heer, het schoot ons te binnen dat die bedrieger, toen Hij nog leefde, gezegd heeft: “Na drie dagen zal Ik uit de dood worden opgewekt.” 64 Geeft u alstublieft bevel om het graf tot de derde dag te bewaken, anders komen zijn leerlingen Hem heimelijk weghalen en zullen ze tegen het volk zeggen: “Hij is opgewekt uit de dood,” en die laatste leugen zal nog erger zijn dan de eerste.’ 65 Pilatus antwoordde: ‘U kunt bewaking krijgen. Ga nu en regel het zo goed als u kunt.’ 66 Ze gingen naar het graf en beveiligden het door het te verzegelen en er bewakers voor te zetten. (NBV21)

Het was het Sanhedrin, het bestuur van de Tempel dat Jezus had veroordeeld en voorgedragen bij de Romeinse autoriteiten om gekruisigd te worden. Jezus had volgelingen in het Sanhedrin en één daarvan Josef van Arimatea offerde zijn eigen graf op om Jezus neer te leggen. Er staat dan in het verhaal van Matteüs zoals het vertaald is in de Nieuwe Bijbelvertaling dat ze “de volgende dag” gaan, de dag van de voorbereiding op de Sabbat. Dat zou betekenen dat Jezus van Nazareth niet op Goede Vrijdag is gekruisigd maar op Witte Donderdag. De vier verhalen over de dood en de opstanding van Jezus van Nazareth verschillen nogal van elkaar. In elk geval lag Jezus van Nazareth op Stille Zaterdag, de dag van de Sabbat in het graf en werd het op de eerste dag van de week, onze Zondag, Pasen. In het verhaal van Matteüs is de dag van de voorbereiding niet alleen een dag van voorbereiding op de Sabbat, de dag waarop het hele huis moest worden schoongemaakt en alle ongerechtigheid moest worden verbrand, de dag waarop je nog boodschappen kon doen en eten kon klaarmaken voor de Sabbat, maar het is ook een dag van voorbereiding op Pasen. 

Als het graf overigens leeg gevonden zou worden zou men niet kunnen zeggen dat het lijk van Jezus van Nazareth was gestolen door zijn volgelingen. De steen lag er voor, het graf was verzegeld en er stonden bewakers voor. Het Sanhedrin had er voor gezorgd dat de Romeinen het graf zouden bewaken. Daar zouden die hardnekkige vrouwen niet tegenop kunnen. De  vrouwen die tegenover het graf zijn gaan zitten zijn overigens naar Mirjam, de zuster van Mozes, genoemd. Die Mirjam was een profetes, een waarheidszegster, ze had gezongen na de doortocht door de Rode Zee, toen het dodenland Egypte definitief achter zich gelaten werd door het volk Israel. Een dubbele Mirjam houdt nu de wacht bij het graf van Jezus van Nazareth. 

Wie toch verzonnen heeft dat vrouwen geen ambt kunnen vervullen in een kerk moet toch nooit een blik in de Bijbel geworpen hebben. Alle leerlingen van Jezus zijn er vandoor gegaan. De meest vooraanstaande, Petrus, had zelfs ontkend Jezus ooit gekend te hebben. Alleen die Jozef van Arimatea had nog de moed zijn graf ter beschikking te stellen. Maar de vrouwen die hem door het hele land gevolgd waren, van Galilea tot Jeruzalem, geven het niet op. Zij blijven zelfs bij zijn graf zitten. Magdala betekent trouwens toren en was de naam van een dorp aan het meer van Genesaret in Galilea. Vanuit die toren werd het graf in de gaten gehouden. Is dit het einde van het verhaal? Voor die vrouwen niet. Zij wilden het lichaam verzorgen zoals de leer van Mozes voorschreef. Met hen gaat het verhaal dus verder.

Plaats een reactie