Marcus 16:9-20
Het is ook een ongeloofelijk verhaal. De gemeenten die het verhaal van Marcus hadden gelezen zullen gezocht hebben naar een passend einde van het verhaal over Jezus van Nazareth. Dat einde kon toch niet de verwarring van de vrouwen zijn waarmee Marcus oorspronkelijk zijn verhaal had afgesloten? Ook niet de boodschap dat iedereen maar weer gewoon naar huis moest gaan. Voor die eerste gemeenten was er iets nieuws begonnen, iets echt nieuws. Daarvoor waren ze bij elkaar op de eerste dag van de week, daarvoor lazen ze dat hele verhaal van Marcus aan elkaar voor. Hoe die laatste verzen aan het verhaal van Marcus zijn toegevoegd weten we niet. Misschien is het verhaal wel teruggestuurd naar de schrijver, met de vraag hoe het verder ging met dat verhaal van Jezus van Nazareth. Er zijn twee versies van een nieuw slot aan het Evangelie. De ene zegt dat de vrouwen alles aan Petrus en de zijnen hadden verteld maar niet geloofd werden en dat Jezus van Nazareth toen maar zelf was verschenen en ze had opgedragen om dat goede nieuws aan iedereen te gaan vertellen. Het andere slot heeft het uiteindelijk gehaald en dat is wat we vandaag lezen. Ook daarin wordt benadrukt dat het niet werd geloofd. Nu worden vrouwen vaak niet geloofd en dat overkwam ook Maria van Magdala. Ze was vroeger niet helemaal goed bij haar hoofd geweest, Jezus van Nazareth had wel zeven demonen uitgedreven, een behoorlijk genezingsproces zouden we tegenwoordig zeggen. Maar geloven deden ze het niet. Ook niet toen twee van de volgelingen Jezus van Nazareth buiten de stad tegen waren gekomen, dat kan toch niet hebben ze geroepen. Maar uiteindelijk verscheen hij aan de elf, Judas was immers een andere weg ingeslagen, en was Jezus van Nazareth duidelijk ontstemd over dat ongeloof. Dat nam niet weg dat die volgelingen van Jezus van Nazareth de opdracht kregen om de hele wereld rond te trekken en aan iedereen het goede nieuws bekend te maken. Als je gelooft en een nieuw leven wil beginnen, dat doe je door je oude leven af te spoelen en je dus te laten dopen, dan zul je gered worden. Die eerste gemeenten dachten nog dat Jezus van Nazareth direct terug zou komen om te oordelen wie goed had gedaan en wie niet. Pas veel later zou een briefschrijver de gemeente er op wijzen dat je moet leven alsof Jezus van Nazareth vandaag of morgen echt terugkomt. Dan hou je het goede doen ook pas echt vol. Maar het kwade verdrijven en contact leggen met iedereen in de wereld, de taal spreken van iedereen , hoort nog steeds bij gelovigen. Immers oog hebben voor de minsten, liefde voor de naaste, maakt dat je mensen echt kunt helpen en ook echt contact krijgt met anderen. Waar Jezus van Nazareth ondertussen is? Bij God, zoals we mogen geloven dat onze gestorven geliefden bij God zijn. Maar zij gingen op weg, wij mogen op weg gaan om iedereen te laten weten dat er geen honger hoeft de zijn, die iedereen gekleed kan worden, dat bedroefden getroosd en gevangenen bevrijdt kunnen worden. Dat die nieuwe wereld ook voor ons voor het grijpen is.