Hebreeën 4:1-13
Wie afziet van een eigen carrière, het najagen van winst en het verdringen van anderen van een zogenaamd hogere positie, zal merken dat je wordt overvallen door een weldadig gevoel van rust en vrede. In die rust is er alle tijd om een medemens te helpen. In die vrede zie je ook ineens de medemensen aan wie onrecht wordt aangedaan. Volgens de briefschrijver is die rust en is die vrede alleen te vinden voor mensen die hardnekkig blijven geloven in de komst van die nieuwe samenleving. Die samenleving waar alle tranen zullen zijn gewist en waar iedereen voldoende te eten heeft. Want als je niet geloofd in die nieuwe samenleving dan blijf je oorlog voeren met je medemensen, dan wordt je bang voor iedereen die iets anders geloofd en moet je met harde woorden iedereen bestrijden die iets anders geloofd, dan heb je geen ruimte meer voor het voeren van debat met je tegenstanders maar dan loop je uit angst voor de ander zelfs weg uit een kamerdebat. De briefschrijfver wijst ook hier weer op het Oude Testament. God heeft de wereld geschapen en ruste op de zevende dag. Maar voordat mensen mee kunnen delen in die Sabbatsrust moet er nog wel wat gebeuren. Want toen God de wereld geschapen had zag hij dat het goed was. En als wij kijken dan zien we helemaal niet dat de wereld goed is. Er worden nog steeds oorlogen gevoerd, er worden nog steeds mensen door regeringen ter dood gebracht, er zijn nog steeds veel te veel mensen die niet te eten hebben, de gezondheidszorg is zeker niet voor iedereen op de wereld beschikbaar, er zijn nog steeds onrechtvaardige handelsverhoudingen, er zijn nog steeds zeer grote inkomensverschillen, hebzucht en eerzucht regeren nog steeds banken, staten en grote bedrijven. De wereld is dus nog lang niet klaar en in menselijke termen zal het nog wel een tijdje duren voordat de zevende dag aanbreekt. Wie daarom het verhaal letterlijk neemt dat de wereld in zes dagen geschapen zou zijn neemt dit gedeelte van de brief uit de Hebreeën niet serieus. Want hier klinkt de oproep om aan die andere wereld te werken zodat de rust en de vrede hun intrede doen die God had bedoeld voor de mensen toen hij de wereld geschapen had en zag dat het goed was. Voor God is de dag van de schepping en de dag van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde dezelfde dag. Ook dat wil de briefschrijver ons hier duidelijk maken. Daarom is dit verhaal ook als een tweesnijdend zwaard. Het maakt haarscherp duidelijk wie er wel en wie er niet bijhoren. Wie geeft de aanbidding van welvaart en succes op en stelt zich geheel en al in dienst van de liefde voor de naaste en wie doet dat niet? Half kan niet, het valt ook niet te combineren, je doet mee of je doet niet mee, iets anders is er niet. Kiezen voor die nieuwe wereld is kiezen voor het leven, maak die keuze vandaag nog en ga aan het werk.