De stroom sleurt mij mee.

Psalm 69:1-16 1 ¶  Voor de koorleider. Op de wijs van De lelies. Van David. 2 Red mij, God, het water staat aan mijn lippen, 3 ik zink weg in bodemloos slijk en vind geen grond voor mijn voeten, ik ben in diep water geraakt, de stroom sleurt mij mee. 4 Uitgeput ben ik van … Lees meer

Wie is mijn naaste?

Lucas 10:25-37 25 ¶  Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 26  Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?’ 27  De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met … Lees meer

Aan eenvoudige mensen onthuld

Lucas 10:17-24 17 ¶  De tweeënzeventig keerden vol vreugde terug en zeiden: ‘Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons bij het horen van uw naam.’ 18  Hij zei tegen hen: ‘Ik heb Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen! 19  Bedenk wel: ik heb jullie de macht gegeven om slangen en schorpioenen … Lees meer

Bij Jahas viel hij hen aan.

Numeri 21:21”“35 21 ¶  Israël stuurde gezanten naar koning Sichon van de Amorieten met deze boodschap: 22  ‘Sta ons toe door uw land te trekken. We zullen niet door akkers en wijngaarden gaan en we zullen geen water uit bronnen drinken. Zolang we ons in uw gebied bevinden, zullen we de koninklijke hoofdweg volgen.’ 23  … Lees meer

Zing voor de bron

Numeri 21:10-20 10 ¶  De Israëlieten trokken verder en sloegen hun kamp op in Obot. 11  Nadat ze uit Obot weggetrokken waren, sloegen ze hun kamp op bij Ijje-Haäbarim, in de woestijn die ten oosten van Moab ligt. 12  Van daar trokken ze verder, en ze sloegen hun kamp op in het dal waardoor de … Lees meer

De HEER kwam Israël te hulp

Numeri 21:1-9 1 ¶  De Kanaänitische koning van Arad in de Negev vernam dat de Israëlieten in aantocht waren en dat ze via Atarim kwamen. Hij viel hen aan en maakte een aantal van hen krijgsgevangen. 2  Toen deden de Israëlieten de HEER deze gelofte: ‘Als u dit volk aan ons uitlevert, zullen wij hun … Lees meer

Aäron zal daar sterven

Numeri 20:22-29 22 ¶  Nadat ze Kades verlaten hadden, kwamen de Israëlieten, het hele volk, bij de Hor, 23  een berg aan de grens van Edom. Daar zei de HEER tegen Mozes en Aäron: 24  ‘Aäron zal nu met zijn voorouders verenigd worden. Hij zal het land dat ik de Israëlieten geef niet binnengaan, omdat … Lees meer

Uw broeder Israël

Numeri 20:14-21 14 ¶  Vanuit Kades stuurde Mozes gezanten naar de koning van Edom met deze boodschap: ‘Uw broeder Israël bericht u het volgende: Het is u bekend met welke moeilijkheden wij te kampen hebben gehad. 15  U weet dat onze voorouders naar Egypte zijn getrokken, dat wij daar lang hebben gewoond en dat de … Lees meer

En drinkwater is er ook niet.

Numeri 20:1-13 1 ¶  In de eerste maand kwamen de Israëlieten, het hele volk, in de woestijn van Sin, en ze bleven lang in Kades. Mirjam stierf daar en werd er begraven. 2  Toen er geen water meer was, liep het volk tegen Mozes en Aäron te hoop. 3  Ze maakten Mozes verwijten. ‘Waren wij … Lees meer

Het lijk van een mens

Numeri 19:11-22 11 ¶  Wie het lijk van een mens aanraakt is zeven dagen onrein. 12  Zo iemand moet zich op de derde en op de zevende dag met het water laten reinigen, dan is hij weer rein. Als hij zich niet laat reinigen op zowel de derde als de zevende dag, blijft hij onrein. … Lees meer

Reinigingswater

Numeri 19:1-10 1 ¶  De HEER zei tegen Mozes en Aäron: 2  ‘Dit is een wet die de HEER heeft ingesteld: Zeg tegen de Israëlieten dat ze je een koe brengen, een gave rode koe zonder enig gebrek, die nog nooit een juk heeft gevoeld. 3  Geef die aan de priester Eleazar. Ze moet buiten … Lees meer