De hoogste God

Deuteronomium 10:12-22 12 Israël, bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor Hem toont, dat u de weg volgt die Hij u wijst, dat u Hem liefhebt, Hem met hart en ziel dient 13 en zijn geboden en wetten, die ik u vandaag voorhoud, naleeft; dan … Lees meer

Daarom

Deuteronomium 10:1-11 1 Toen zei de HEER tegen mij: ‘Hak twee stenen platen uit, gelijk aan de vorige, maak een houten kist en kom naar Mij toe, op de berg. 2 Dan zal Ik op die platen de geboden schrijven die ook op de eerste stonden, die jij hebt stukgeslagen. Daarna moet je ze in … Lees meer

Uw wangedrag

Deuteronomium 9:15-29 15 Toen ging ik terug; ik daalde de berg af, die in vuur en vlam stond, en de twee platen van het verbond droeg ik met beide handen. 16 En toen zag ik hoe u tegen de HEER, uw God, had gezondigd: u had een beeld gemaakt in de vorm van een stierkalf. … Lees meer

Niet uw eigen rechtvaardigheid

Deuteronomium 9:1-14 1 Luister, Israël! U staat op het punt de Jordaan over te steken om het land van die andere volken binnen te gaan en het in bezit te nemen. Zij zijn groter en machtiger dan u en hebben grote steden met hemelhoge versterkingen. 2 Onder hen zijn ook de beruchte Enakieten, een volk … Lees meer

Ziet u iets?’

Marcus 8:22-26 22 Ze kwamen in Betsaïda. Er werd een blinde bij Hem gebracht, en men smeekte Hem om de man aan te raken. 23 Hij pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Hij deed wat speeksel op zijn ogen, legde er zijn handen op en vroeg: ‘Ziet u iets?’ … Lees meer

Pas op

Marcus 8:14-21 14 De leerlingen hadden vergeten genoeg brood mee te nemen; ze hadden maar één brood bij zich in de boot. 15 Hij waarschuwde hen: ‘Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes.’ 16 Ze hadden het er met elkaar over dat ze geen brood hadden. … Lees meer

Een lege maag

Marcus 8:1-13 1 Toen er op een keer weer een grote menigte bijeen was, en ze niets meer te eten hadden, riep Hij de leerlingen bij zich en zei tegen hen: 2 ‘Ik heb medelijden met al die mensen, want ze zijn nu al drie dagen bij Me en hebben niets te eten. 3 Als … Lees meer

Voor mijn voet

Psalm 119:105-112 105 Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad. 106 Ik zweer mij te houden aan uw rechtvaardige voorschriften en ik zal mijn eed gestand doen. 107 Ik ben zo diep vernederd, houd mij in leven, HEER, zoals U hebt beloofd. 108 Aanvaard, HEER, de lof uit mijn … Lees meer

De wapens van God

Efeziërs 6:10-24 10 Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht. 11 Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. 12 Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, … Lees meer

Lang leven op aarde.

Efeziërs 6:1-9 1 Kinderen, wees gehoorzaam aan je ouders uit ontzag voor de Heer, want zo hoort het. 2 ‘Toon eerbied voor uw vader en moeder,’ dat is het eerste gebod waaraan een belofte verbonden is: 3 ‘Dan zal het u goed gaan en zult u lang leven op aarde.’ 4 Vaders, maak uw kinderen … Lees meer

Eén lichaam

Efeziërs 5:21-33 21 Aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus. 22 Vrouwen, erken het gezag van uw man zoals dat van de Heer, 23 want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk, het lichaam dat Hij gered heeft. 24 En zoals de kerk het gezag van … Lees meer

Elk bedrieglijk pad

Psalm 119:97-104 97 Hoe lief heb ik uw wet, heel de dag is hij in mijn gedachten. 98 Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, ik ben er eeuwig mee verbonden. 99 Ik ben verstandiger dan al mijn leermeesters, want ik overdenk uw richtlijnen, 100 ik heb meer inzicht dan ouderen, want uw regels … Lees meer