Matteüs 4:12-25
Je moet maar durven. Een gedachte die regelmatig bij je opkomt als je de verhalen over Jezus van Nazareth leest. We hebben het verhaal van Johannes gelezen die aan de Jordaan bij de woestijn mensen opriep weer volgens de Wet te gaan leven en, als teken dat ze hun leven wilden veranderen, ze doopten. Er stond toen in dat verhaal dat van heinde en ver mensen toestroomden om zich door hem te laten dopen. Maar hij werd door Koning Herodes gevangen genomen. Geen wonder dat Jezus van Nazareth onderdook. Hij ging in een streek wonen waar vroeger de stammen Zebulon en Naftali hadden gewoond. Dat waren twee van de tien stammen die in de tijd van de ballingschap verloren waren gegaan. Al in de tijd van de profeet Jesaja heette hun gebied al het Galilea van de heidenen, van hen die de Wet niet kennen. In de dagen van Jezus van Nazareth had Koning Herodes hier niets te vertellen, het gebied viel direct onder Romeins bestuur. Al die duistere en donkere gegevens moeten je niet tot wanhoop drijven schrijft Matteüs dan. Hij roept in herinnering dat die profeet Jesaja ook de mensen uit deze streek had voorgehouden dat in de duisterste duisternis altijd een licht zal opgaan. Een gedachte die we ook vandaag moeten vasthouden. Overal in de wereld zijn nog mensen die in de schaduw van de dood leven. Ook aan die mensen is de boodschap van de Bijbel dat ze door het licht zullen worden beschenen. Aan ons om er aan te gaan werken dat het ook zal gebeuren. Jezus van Nazareth begon juist in die ook voor hem duistere tijden met zijn verkondiging. En je moet maar durven, in een tijd dat alles uitzichtloos lijkt, de mensen voor te houden dat het beste Koninkrijk dat denkbaar is nabij is. De hemel op aarde, het koninkrijk van de hemel, ligt om de hoek voor het grijpen. In het vervolg op wat Johannes al geroepen had klinkt ook hier de roep tot inkeer. We zullen het echt anders moeten doen. De Nederlandse soldaten die zijn gesneuveld in Afghanistan maken ons misschien wakker. Waarom er niet alles aan gedaan om de broeinesten van Taliban in Pakistan aan de pakken. Waarom er niet alles aan gedaan om de slachtoffers van het geweld in Afghanistan te helpen. In een oorlog vallen er slachtoffers en misschien moeten we zelfs blij zijn dat de oorlog nog niet zo onpersoonlijk is geworden dat de soldaten buiten schot blijven. Nederlandse soldaten komen om samen met Afghaanse soldaten, vrouwen, kinderen, ouderen en jongeren en ook samen met Talibanstrijders. Gewonden blijven achter. Onze gewonden worden gerevalideerd en krijgen nieuwe kansen, maar hoe zit het met Afghaanse gewonden. Pas als we tot inkeer zijn gekomen en iedereen mee willen laten delen in dat Koninkrijk dat nabij is zal dat Koninkrijk ook komen.