2 Samuel 15:1-12
Zo’n rechter wil iedereen wel, tenminste zo op het eerste gezicht. Iedereen die een zaak aan zo’n rechter voorlegt krijgt bijvoorbaat gelijk. Bij andere rechters moet je dat maar afwachten. Nu is zo’n rechter alleen maar aantrekkelijk voor de zaken die je zelf aanhankelijk maakt, als anderen zaken tegen jou aanhankelijk maken dan is zo’n rechter natuurlijk zeer te verwerpen. Absalom vertelt het er niet bij. En dat hoeft ook niet, de meeste mensen die recht zoeken bij een rechter denken dat ze bijvoorbaat in hun recht staan. De tegenpartij moet het maar eens van een ander horen. Je verplaatsen in de positie van de ander is er niet bij. Zelf boven de partijen gaan staan om te zien waar nu het gelijk, of het compromis te vinden is is er helemaal niet bij. Van een afstand pas wordt duidelijk dat een rechter die bijvoorbaat een partij gelijk geeft in tenminste de helft van de gevallen onrecht bedrijft. Daarom is het maar goed dat we een onafhankelijke rechtspraak hebben met een systeem waarbij iedereen eis en tegeneis kan stellen of zich kan verweren tegen onterechte beschuldigingen. En ook in dat systeem gaat het lang niet altijd goed en komt er ook onrecht voor.
Absalom wil koning worden. Hij heeft geduld. Zijn oudste broer is uit de weg geruimd. Dat hij de moordenaar is geweest lijkt geen rol meer te spelen. Na twee jaar mocht hij immers weer aan het hof komen. Nu bouwt hij langzaam zijn positie op. Hij zorgt er voor dat hij er Koninklijk uit ziet. Met een Koninklijke wagen en een Koninklijk escorte. Tot in onze dagen zijn de gouden koetsen, de speciale hoeden, de koninklijke kleding en de uniformen onderwerpen van gesprek, artikelen in kranten en bladen en zelfs van televisieprogramma’s. Het uiterlijk van het Koninklijk bedrijf is kennelijk een onmisbaar bestanddeel voor het bestaan van de Koninklijke waardigheid. Maar het is niet het enige. Je moet ook gezien en gehoord worden. Radio en Televisie waren er niet in de dagen van Absalom. Hij ging daarom vier jaar lang elke dag aan de weg staan die naar de Koning voerde. En iedereen die recht zocht beloofde hij het gelijk als hij rechter zou zijn. Het laat zich raden dat er een heleboel mensen waren die werden teleurgesteld in het vonnis van de koning. Die zullen gedacht hebben dat Absalom een betere keus was geweest.
Dan gaat Absalom naar Hebron, de stad waar de Koningen van Israël werden gezalfd en tot koning werden uitgeroepen. Zo moet het ongeveer geklonken hebben al was David de enige koning die daar door Juda en Israël tot Koning was uitgeroepen. Hebron was kennelijk ook een religieus centrum. Niemand was er verbaasd over dat Absalom juist daar eer aan de God van Israël wilde bewijzen en dank wilde zeggen voor zijn terugkeer aan het hof. Er gingen 200 notabelen met hem mee die geen enkel vermoeden hadden van een samenzwering. En zoals het ook nu nog gaat vinden de gewone mensen zo’n grote optocht prachtig en lopen ze graag achter de dragers van pracht en praal aan. Zo vieren ze zelfs het lijden van Christus. Het is duidelijk dat de Bijbel ons waarschuwt voor dit uiterlijk vertoon. Als we bijvoorbaat gelijk krijgen in onze opvattingen en belangen dan ontstaat er onrecht, als uiterlijk vertoon en goedkope slagzinnen belangrijker worden dan de inhoud van het bestuur, dan is er iets goed mis. Als er zonodig iets nieuws moet komen zonder dat duidelijk is welke problemen daarmee op welke manier worden opgelost moeten we er niet intrappen. Maatstaf blijven altijd de zwakken, de minsten. Die komen in het verhaal van Absalom niet voor. Wij mogen dus op hen blijven letten en voor hen blijven zorgen, elke dag opnieuw, ook vandaag.