2 Tessalonicenzen 2:1-12
Tot op dag van vandaag zijn er predikers, evangelisten en voorgangers die hun gemeenten en de gelovigen bedriegen door te doen alsof ze weten wanneer het einde van de geschiedenis daar is. Alles heeft een begin en een einde dus ook de geschiedenis. Alleen God heeft geen begin en geen einde, daarom kunnen we over God zelf ook niets verder zeggen dan dat wat God van ons wil. Het einde van de geschiedenis ligt in het duister verborgen, het komt als een dief in de nacht had Jezus van Nazareth gezegd. Maar het komt en zoals in onze geschiedenis het kwaad steeds weer door mensen onder ons wordt gebracht vertrouwen gelovigen er op dat in het eind van de geschiedenis alle kwaad zal zijn verdwenen en alle tranen zijn gewist. Paulus had zijn volgelingen opgeroepen te leven alsof het einde van de geschiedenis elke dag zou kunnen plaatsvinden. Dat wordt vermoeiend als het een paar jaar duurt, of , zoals wij nu weten, een aantal eeuwen. In Rusland zit nu weer een kleine gemeenschap onder de grond te wachten tot het einde van de geschiedenis komt. We kennen verhalen van mensen die op een berg gingen zitten of in een woestijn. Als dan het einde van de geschiedenis maar uitblijft kunnen mensen zo wanhopig worden dat ze een eind aan hun leven maken en aan het leven van hun partners, kinderen en vrienden. Wie wijst op de spoedige komst van het Koninkrijk van God kan daar dus mede schuldig aan zijn. Wat Paulus bedoelt is dat je alvast mag beginnen met alles wat in dat Koninkrijk aan de hand zal zijn.Tranen van bedroefden kun je wissen, hongerigen kun je voeden, naakten kun je kleden, met de armen kun je delen, onrecht kan bestreden en opgeheven worden. We hoeven ons niet neer te leggen bij de schijnbare wetmatigheid van onrecht en geweld in deze wereld. Dat onrecht en het geweld zijn niet het laatste woord in de geschiedenis. Het laatste woord is aan God, is aan liefde, is aan Recht en Gerechtigheid. Wie zich niet aan de Wet van eerlijk delen, de Wet van de Liefde wil houden zal merken dat dat niet vol te houden is, de wettelozen zullen vergaan schrijft Paulus. Als je helemaal nauwkeurig leest dan schrijft Paulus zelfs dat die verkondigers van de spoedige komst van het einde van de geschiedenis het kwaad zelf zijn. Zij sluiten de gemeente af van de wereld, zij laten de armen aan de kant liggen, de blinden zonder zicht en de lammen wijzen ze geen weg. Zogenaamde genezingen gaan gepaard met show en verheerlijking van mensen, om de inzamelingen van liefst veel geld niet te vergeten. Paulus schrijft over valse tekenen en wonderen. Laten we ons niet laten misleiden en dat wat gedaan wordt aan de minsten onder ons de maat laten zijn van waarachtig geloof.