Spreuken 29:14-27
In het boek Spreuken is de Koning bij uitstek de beschermer van de armen. Daarom zal Paulus veel later kunnen zeggen dat de gemeente van Jezus de Bevrijder, de Christus, een volk van Koningen en Priesters is. Als Koningen beschermen ze de armen en als Priesters dienen ze daardoor de God van Israël. Op die manier laat je mensen tot hun recht komen. Dat gaat in het groot, over een heel volk, maar ook in het klein, in de opvoeding. Een goddeloze opvoeding leidt tot criminelen en een goddeloze regering tot meer misdaad in de samenleving. Alleen de rechtvaardigen, de volgelingen van de God van Israël die hun naaste liefhebben als zichzelf en die mensen tot hun recht laten komen zullen meemaken dat de goddelozen ten val komen, dat de slechte gevolgen van hun slechte daden aan het licht komen. Een goede, strenge en rechtvaardige opvoeding is dus voor een ouder en voor een kind van belang maar dient uiteindelijk de hele samenleving, dient uiteindelijk de God van Israël.
Eén van de meest bekende Spreuken uit de Nederlandse politiek is dat een volk zonder visioen tot bandeloosheid zal vervallen. Hier wordt dat visioen vertaald met profetie en de Bijbel koppelt het direct aan de Wet. Het visioen is dan ook een samenleving waarin iedereen tot zijn of haar recht komt, waar de minsten voorop staan en de weduwe en de wees worden beschermd. Dat is een samenleving waarin de Wet van heb uw naaste lief als uzelf een grondwet is, waar niet wordt gedood, waar niet wordt gestolen, waar niet wordt gelogen in de rechtspraak. Als we met elkaar die richtlijnen voor een menswaardige samenleving vergeten dan leidt dat onherroepelijk tot een samenleving van het oerwoud, ieder voor zich en het recht alleen voor de sterkste, dat is dan ook de waarheidszegging die we profetie noemen, daar loopt het op uit.
Voor vrede en recht moet in onze samenleving ook nog het nodige gebeuren. Centraal daarbij staat dat je niet bang moet zijn. Dat “Vreest niet” is niet alleen voor de herders met het kerstfeest dat is is voor altijd en overal. Hier wordt die angst een valstrik genoemd. Als je mensen met een ander geloof als het jouwe maar vaak genoeg als vijanden afschildert dan wordt je er vanzelf bang van. En natuurlijk zijn er altijd mensen die willen beantwoorden aan wat er in de samenleving van hen wordt gevraagd. Als je jongeren steeds maar afschildert als nietsnutten die rondhangen dan gaan jongeren rondhangen op straten en pleinen en zich daar vervelend gedragen, als je aanhangers van de Islam afschildert als terroristen gaan ze zich afzetten tegen jouw samenleving en zich met geweld daartegen verdedigen. De Bijbel wijst een andere weg, de weg van vrede en gerechtigheid. Samen maaltijd vieren staat er in de Wet, mensen tot hun recht laten komen, benoemen wat goed is en wat slecht is en het daarover eens worden. Delen met de armen, met de minsten zorgen die ieder krijgt wat een ieder toekomt. Gelukkig dat wij daar elke dag opnieuw mee mogen beginnen, ook vandaag weer.