2 Koningen 23:1-14
Ondanks de profetie die zei dat het volk uiteindelijk ten onder zou gaan aan de afgoderij en het onrecht dat het gedaan had roept Josia het volk bijeen om ze dat geheimzinnige boek voor te lezen dat in de muur van de Tempel was gevonden en dat de aanleiding was geweest om naar de profetes Chulda te gaan. Het is voor iedereen duidelijk, de richtlijnen op weg naar een land van vrede en recht, het land dat overvloeit van melk en honing, beginnen bij de erkenning dat er één God is, de God van Israël en dat er geen andere goden gediend behoren te worden. Het hele gedeelte van vandaag gaat daarom over afbreken en afbranden, afbouwen zouden onze politici zeggen. Alles wat aan afgoden herinnert en aan afgoderij wordt vernietigd. Vruchtbaarheid komt van mensen, mensenbotten vervangen dus de Asjerapalen, de zon en de maan komen van de God van Israël en de zon en en de maan aanbidden heeft dus geen enkele zin. Alles wordt verbrand en vernietigd. De priesters mogen naar huis of naar Jeruzalem in dienst van de God van Israël gaan werken.
Zelfs de homosexualiteit wordt verboden. Als u het stuk goed gelezen heeft zult u zeggen: dat staat er niet in! Maar in dit Bijbelgedeelte wordt duidelijk gemaakt waarom in de Bijbel zo sterk tegen homosexualiteit gefulmineerd wordt. Het gaat daarbij namelijk niet om de liefde tussen twee mensen van hetzelfde geslacht maar om religieuze rituelen die de vruchtbaarheid moeten bevorderen. Daar hoort homosexuele omgang tegen betaling in een religieuze instelling bij. Josia voert hier een richtlijn uit het boek Deuteronomium uit die Tempelprostitutie van mannen en vrouwen, van jongens en meisjes uitdrukkelijk verbiedt en het volk verbiedt geld daarvoor bestemd of daaruit afkomstig naar de Tempel in Jeruzalem te brengen. Wij zouden dus moeten begrijpen dat we niet de liefde van twee mensen voor elkaar dienen te verbieden of te bevorderen, maar dat we ons op religieuze gronden buiten elke liefdesrelatie zouden moeten houden. Als mensen elkaar liefhebben hebben ze die liefde van God gekregen, als mensen gemeenschap met elkaar hebben omdat het zo hoort of omdat ze denken dat een God dat van hen vraagt dan plegen ze heidense afgoderij die de Bijbel verbiedt.
Josia keert dus uiteindelijk terug tot de dagen van Jozua. Ook die had het volk bijeen geroepen om hen de Wet nog eens voor te houden en het verbond tussen God en het volk te hernieuwen. Mozes had het hen voorgehouden voordat ze het beloofde land in getrokken waren. Jozua had het gedaan toen het land verdeeld was. Het land wordt pas een land dat overvloeit van melk en honing als het niet een land is waar ieder doet wat goed is in zijn ogen. Als het ook niet een land is waar koningen kunnen doen wat ze willen en met hun buurkoningen wedijveren om de mooiste, de dapperste, de meest religieuze te zijn. Koningen worden pas koningen in een land dat overvloeit van melk en honing als ze vrede brengen, als ze wijsheid betrachten als ze dus de Wet van de God van Israël, heb uw naaste lief als uzelf, in praktijk brengen. En ook al is iedereen in het land die richtlijn vergeten en is er nergens meer een spoor van de God van Israël terug te vinden, je mag er elke dag opnieuw toch weer mee beginnen, ook vandaag weer.