Prediker 6:7-12
Het hele boek Prediker is doordrengt van de opvatting dat een mens allerlei dingen nastreeft die helemaal niets opleveren. Macht, aanzien, rijkdom, kennis en inzicht, het kost allemaal moeite en uiteindelijk levert het niets op. Je kunt, zegt de Prediker telkens weer, beter genieten van wat je hebt, van wat je toevalt. Want als je daarvan niet geniet maar bezig blijft met als maar meer te vergaren dan loop je de kans dood te gaan zonder ergens van genoten te hebben. Dat is triest, dat is zielig. Een mens is een mens en meer dan een mens kan een mens niet worden. Harde woorden voor mensen die de ongelijkheid van mensen benadrukken, die spreken van mensen die meer en die minder verdienen met wat ze kunnen. Natuurlijk zijn er mensen die meer weten te krijgen. De graaiers in onze economie vergaren miljoenen met de koop en verkoop van bedrijven. Dat het geld daarvoor bijeen gebracht wordt door werknemers die in een uitkering komen en dan aan de bedelstaf raken wordt niet verteld. Dat het redelijk is dat werknemers het werk neerleggen als ze zo behandeld worden wordt niet verteld. En als het gaat om versoepeling van de mogelijkheid mensen te ontslaan dan gaat het er uitdrukkelijk niet om de werknemers de macht te geven deze graaiers te ontslaan zodat hun werk de erkenning kan krijgen die het verdient. Maar ook de graaiers kunnen hun miljoenen niet meenemen als ze dood gaan. Ook al leven ze nog lang nadat hun manipulaties zoveel hebben opgebracht het zal ze niet lukken zelf te genieten van al hetgeen ze hebben bijeengegaard. Ook hun moeite is lucht en leegte en was najagen van wind. Het enige dat de graaiers in onze samenleving bereiken is dat de werknemers zich meer bewust worden van de onrechtvaardigheid die ingebakken zit in de arbeidsverhoudingen. De roep om recht wordt sterker. Het verzet tegen vergroting van het onrecht door versoepeling van het recht werknemers te ontslaan wordt groter. Natuurlijk zullen de rijken zeggen dat hun kinderen de rijkdommen zullen erven en dat daarmee de continuiteit is gewaarbord. Maar kunnen wij in de toekomst kijken? Weten wij wat onze kinderen en kleinkinderen zal overkomen als wij er niet meer zijn? Wat we echt allemaal willen, een wereld zonder strijd, zonder leed en ellende, komt er niet als we ons bezig houden met het dienen van de goden van meer en beter. Het streven naar meer en nog meer houdt ons af van delen met de armsten, met het voeden van de hongerigen, het kleden van de naakten, het bezoeken van de gevangenen, het laven van de dorstigen. En alles wat ons daarvan afhoudt is najagen van wind en levert alleen lucht en leegte op.