Jesaja 63:15–64:2
15 Zie neer vanuit de hemel, kijk vanuit uw heilige, luisterrijke woning. Waar zijn uw strijdlust en uw machtige daden? U bent niet meer met mij begaan, uw ontferming gaat aan mij voorbij. 16 U bent toch onze vader? Abraham heeft ons niet gekend en Israël zou ons niet herkennen, maar U, HEER, bent onze vader, van oudsher heet U Onze bevrijder. 17 Waarom, HEER, liet U ons afdwalen van uw wegen? Waarom hebt U ons onbuigzaam gemaakt, zodat wij geen ontzag meer voor U hadden? Keer toch terug, omwille van uw dienaren, van de stammen die U toebehoren. 18 Sinds kort hebben onze vijanden uw heilig volk in hun macht gekregen en uw heiligdom vertrapt. 19 Het is alsof U nooit over ons hebt geheerst, alsof uw naam nooit over ons is uitgeroepen. Scheurde U maar de hemel open om af te dalen! De bergen zouden voor U beven. 1 Zoals vuur dorre twijgen in vlam zet, zoals vuur water doet koken, zo zou U uw vijanden uw naam laten kennen en alle volken voor U laten beven, 2 omdat U de geduchte daden doet waarop wij niet durven hopen. Als U toch zou afdalen! De bergen zouden voor U beven. (NBV21)
Vandaag bidden we mee met de profeet. De ellende van de ballingschap is even onverdraaglijk als de ellende van een volk na een allesvernietigende aardbeving. Voor Israël was het niet meer voldoende dat ze afstamden van Abraham. Herkomst en afstamming, status en fatsoen zijn niet genoeg, ze tellen niet. De ellende die de profeet schetst maakt dat het lijkt of de God van Israël nooit de God van Israël is geweest. Ver weg is die God zo lijkt het. Was die God er maar, zou die God de hemelen maar scheuren en afdalen. Zo roepen de slachtoffers van elke aardbeving ook om de hulp van de liefde van alle mensen in de wereld en we weten dat die liefde uiteindelijk van God komt. Die liefde is als het vuur dat het water doet koken. Voor Israël was er een machtige vijand die het land had bezet en de tempel in Jeruzalem verwoest. In Israël werd dat uitgelegd als een straf van God omdat ze zijn gebod van heb uw naaste lief hadden vergeten. In onze dagen zijn er heidenen die ook beweren dat een alles verwoestende aardbeving de straf van een God zou zijn omdat ze daar zondig zijn. Maar als dat zo zou zijn dan zou de hele aarde beven en overal vergaan.
Het volk dat wordt getroffen door een aardbeving is niet slechter dan het volk van Nederland, Engeland of de Verenigde Staten, het volk dat om hulp roept is alleen armer, som is het zelfs het armste volk op aarde. Als er ergens schuld is aan het aantal slachtoffers dan ligt die schuld bij de rijken in de wereld, die huis aan huis tezamen voegen en akker aan akker, die met list en bedrog grote kapitalen weten te verwerven maar die met valse propaganda weten te voorkomen dat er eerlijk gedeeld wordt met de allerarmsten. Dat de leer van Mozes toegepast wordt op en door alle volken zodat elk volk de zelfde mogelijkheden voor woningbouw had als het volk van Japan, waar wel aardbevingsbestendig gebouwd kan worden. Wij hebben dat zelfs niet gerealiseerd in ons wingewest Groningen. De profeet Jesaja roept wanhopig uit dat God alle volken zou laten beven als hij zou komen. Dat beven van alle volken hebben we vandaag even hard nodig als het volk Israël in de dagen van Jesaja. Want zijn de slachtoffers van natuurrampen niet gewoon onze broeders en zusters? Is hun bloed niet even rood als het onze zou zijn als de natuurramp hier plaats had gevonden?
In onze samenleving wordt geprobeerd haat te zaaien tussen mensen op basis van geloof en afkomst. Maar al die mensen die geven op giro 555 vragen zich niet af wat het geloof of de afkomst is van de slachtoffers van de natuurramp, ze zien de ellende en steken de hand uit om de mensen tegemoet te komen in hun ellende en gelijk hebben ze daarin. Jesaja durfde te stellen dat de afloop van de ellende van zijn volk de terugkeer naar het beloofde land zou zijn. Het volk zou weer in ere hersteld worden en het middelpunt zou weer de Tempel in Jeruzalem zijn zodat alle volken de richtlijnen van de God van Israël zouden kunnen volgen. Wij zouden de droom van Jesaja tenminste een beetje kunnen laten uitkomen als we ons voornemen het niet te laten bij een eenmalige hulp aan de slachtoffers van elke grote natuurramp maar ons voor te nemen ze te blijven steunen net zo lang tot ze een samenleving hebben die voor wat betreft de welvaart zich kan meten met de onze. We kunnen er vandaag nog mee beginnen. Elke zondag wordt er ook in heel veel kerken gecollecteerd, de godsdienstoefening in delen, vraag dan om een voorbede zoals Jesaja die ons vandaag heeft geleerd.