Matteüs 12:43-50
43 Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden, op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, 44 zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.” En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht. 45 Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, slechter dan hijzelf, en ze nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen. Zo zal het ook gaan met deze verdorven generatie.’ 46 Terwijl Hij nog met de mensen in gesprek was, dienden zich buiten zijn moeder en zijn broers aan, omdat ze Hem wilden spreken. 47 Iemand zei tegen Hem: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen U spreken.’ 48 Hij antwoordde: ‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?’ 49 Hij maakte een gebaar naar zijn leerlingen en zei: ‘Dat zijn mijn moeder en mijn broers. 50 Want ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en mijn zus en mijn moeder.’ (NBV21)
Kennen wij dat nog? Demonen uitdrijven? Er zijn mensen die zeggen van wel. Ze organiseren bijeenkomsten waar een uur lang Jezus wordt aangeroepen en demonen bij mensen worden uitgedreven. De Bijbel heeft het helemaal niet over dergelijke bijeenkomsten. Het geloof dat de Bijbel schetst gaat niet over Halelujah roepen en de handen naar de hemel heffen maar om de handen uit de mouwen te steken en te luisteren naar de mensen die langs de weg zitten en om hulp roepen, ja gaat dan naar die mensen toe. Het uitdrijven van demonen zoals Jezus doet gaat dus op een heel andere manier dan de demon boos toespreken en als die dan bang wordt Halejujah en dank je wel roepen. Wij kennen dat van heel dicht bij. Stoppen met roken kan betekenen dat je gaat snoepen. Dat is dus de ene boze geest vervangen door de andere.
Beter is na te gaan wanneer je rookt en waarop juist op dat moment. Als je de behoefte aan roken vervangt door een beter antwoord, die die behoefte bevredigd, kan het stoppen gemakkelijker worden. Verslavingen moeten overigens niet te licht worden opgenomen. Van de verslaving aan drugs is het bekend dat het soms wel zeven ontwenningskuren duurt voordat de verslaving achter iemand ligt. Jezus van Nazareth kende kennelijk de problemen die gepaard gaan met het afleren van slechte gewoonten. Bij hem ging het niet zozeer om het afwennen van verslavingen maar om gedrag waarbij je eerst om jezelf denkt en dan pas om anderen. Als je niet uitkijkt dan is je reactie op de zorg voor anderen dat je weer eens aan jezelf moet toekomen en dus met verdubbelde ijver de schade inhaalt en voor jezelf gaat zorgen.
Daarom moet je ook jezelf in de gaten houden als je voor anderen in de weer bent. Het gaat er immers om van anderen te houden als van jezelf. Dat wat je jezelf gunt gun je ook aan anderen. Daarbij gaat zelfs je familie niet voor, de mensen met wie je samenwerkt voor een betere samenleving zijn je eerste familie. Bij sommige gesloten sekten wordt dit verhaal nog wel eens misbruikt om alle contact met de buitenwereld te verbreken. Als dat het geval is dan deugt die sekte niet. Jezus van Nazareth zorgde zelfs hangend aan het kruis nog voor zijn moeder, zijn broer Jacobus zou later nog de leider van de gemeente in Jeruzalem worden. Altijd staan de anderen voorop. Want voor je het weet heb je wel je slechte gewoonten afgeleerd maar komen er nog slechtere voor in de plaats. Dat is wat dit verhaal van Matteüs ons wil leren. Iedereen die de naaste liefheeft als zichzelf hoort bij de familie en alleen samen bouwen we aan de betere wereld die zal uitmonden in het Koninkrijk van God.