Matteüs 10:34 –11:1
34 Denk niet dat Ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. 35 Want Ik kom een wig drijven tussen een man en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; 36 huisgenoten worden elkaars vijanden! 37 Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van Mij, is Mij niet waard, en wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van Mij, is Mij niet waard. 38 Wie niet zijn kruis op zich neemt en Mij volgt, is Mij niet waard. 39 Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, die zal het behouden. 40 Wie jullie ontvangt, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. 41 Wie een profeet ontvangt omdat het een profeet is, zal als een profeet beloond worden, en wie een rechtvaardige ontvangt omdat het een rechtvaardige is, zal als een rechtvaardige beloond worden. 42 En wie een van deze geringe mensen een beker koel water te drinken geeft alleen omdat het een leerling van Mij is, Ik verzeker jullie: die zal zeker beloond worden.’1 Dit waren de instructies die Jezus aan de twaalf leerlingen gaf. Toen Hij zijn rede beëindigd had, vertrok Hij om zijn verkondiging voort te zetten en onderricht te geven in de steden. (NBV21)
Polarisatie, dat is het duidelijk stellen van tegenstellingen, was een aantal decennia geleden populair, maar werd even hard veroordeeld als aangehangen. Het lijkt er op dat hier ook Jezus van Nazareth aan bewuste polarisatie doet. We zien Jezus van Nazareth altijd als de grote vredebrenger. “Vrede op aarde en in mensen een welbehagen”, daarmee begint toch voor veel mensen het leven van Jezus van Nazareth. En zij herinneren zich zijn uitspraak dat allen die het zwaard zullen opnemen door het zwaard zullen vergaan. Toch begint de Bijbelpassage van vandaag met de belijdenis dat Jezus van Nazareth niet is gekomen om vrede te brengen maar het zwaard. Dat hij een wig drijft tussen mensen en dat hij waarschuwt dat de eigen huisgenoten de vijanden van de mensen zijn. Een ieder wordt hier op eigen verantwoordelijkheid aangesproken. Niet de familiebanden bepalen of je bij het Koninkrijk hoort, niet of je goed voor je eigen familie zorgt of gehoorzaam bent aan je familie maar of je de Weg gaat van Jezus van Nazareth.
De profeet en de rechtvaardige worden geringe mensen genoemd, maar als je ze een beker water geeft, alleen een beker koel water, dan pas hoor je er bij en zal je beloond worden. Dat is het goede nieuws. Het hangt niet en nooit niet van anderen af. Wat de mensen er ook van mogen zeggen, zorgen voor de minsten in de samenleving staat altijd, onder alle omstandigheden voorop. Moet je dan ruzie maken met je familie? Kan er alleen maar oorlog zijn met de mensen die je het meest na staan? Komt hier de aversie tegen schoonmoeders in veel moppen vandaan? Nee zeker niet. Maar veel jonge vrouwen doen zoals ze denken dat hun schoonmoeder wil dat ze doen. Ze verliezen zichzelf daarbij vaak. Als hun schoonmoeder een keer op visite komt verandert de zelfbewuste jonge huisvrouw in een zenuwachtig wrak. Pas als iemand daar een keer met de schoonmoeder over begint blijkt dat die zich nergens van bewust is en zelfs de eigen persoon, de eigen gewoonten en oplossingen van de schoondochter zou willen zien.
Zo gaat het ook vaak tussen vaders en zonen en tussen moeders en dochters. En als het over opvattingen en geloofszaken gaat kan het nog erger. Dan slaan vaders, vooral oudere vaders, maar ook vaak moeders, hun kinderen dood met Bijbelteksten, dan wordt er niet meer geluisterd naar elkaar, dan wordt het eigen godsbeeld opgedrongen. En juist Bijbelteksten in het Nederlands, soms zelfs geciteerd uit een vertaling die eeuwen geleden werd gemaakt, kunnen zo gemakkelijk uit hun verband gerukt zijn en zo gemakkelijk een anti-Bijbelse opvatting weergeven. Vertalen is immers stamelend en stotterend herhalen wat er in de oorspronkelijke taal staat. Kinderen horen daartegen in opstand te komen, zij horen te eisen dat er een werkelijk gesprek over opvattingen en geloofszaken mogelijk is. God verschijnt aan mensen zoals mensen de God van Israël nodig hebben, dat kan voor kinderen anders zijn dan voor hun ouders. Dat is namelijk ook het goede nieuws waar de leerlingen mee op pad zijn gestuurd, dat er voor iedereen plaats is in het Koninkrijk van Jezus van Nazareth, als men wil delen, als men voor de minsten op de wereld een beker koel water over heeft.