Ester 9:20-28
“Het feest kan beginnen want wij zijn binnen”, de beroemde eerste regel van een carnavalsliedje dat de komende dagen weer uit vele kelen in ons land zal klinken. Het komend weekeinde is het immers Carnaval. Eigenlijk alleen zondag, maandag en dinsdag maar echte feestvierders moeten oefenen en zijn al op 11 november begonnen en nemen vanaf morgen toch de kans waar om niet drie maar vijf dagen achtereen feest te vieren. De Joden kregen de opdracht hun Carnaval, het Poerimfeest, elk jaar te vieren. De dagen dat ze geen angst meer hoefden te hebben mochten ze nooit of te nimmer vergeten. Altijd weer worden er mensen verdrukt en uitgebuit, altijd weer zijn er groepen in een samenleving die anderen haten en proberen geweld aan te doen. Ook in onze samenleving komen we dat tegen. Daarom mogen mensen voor zichzelf opkomen. Daarom is er vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, vrijheid van drukpers, vrijheid van vereniging. Daarom staat er in onze grondwet dat niemand gedicrimineerd mag worden op grond van ras, godsdienst, sexe of leeftijd. Ras bestaat eigenlijk niet maar bedoeld wordt dat je niemand mag discrimineren op grond van het uiterlijk of afkomst. Die vrijheden en dat grondwetsartikel maken dat ook wij rustig Carnaval kunnen gaan vieren. De Bijbelse kenmerken van een goed feest gaan echter iets verder dan samen eten en drinken. Verder, want dat eten en drinken hoort er echt bij. Maar ook het geschenken geven aan de armen. Juist die schijnbare kleinigheid, het denken aan en delen met anderen, maakt een Bijbels feest zo uniek. De vijand werpt het lot, het kwade treed altijd schijnbaar toevallig op, bedreiging komt altijd van een kant die je niet verwacht, dat zit in het woord Poerim gevangen. Maar het feest betekent dat er geen enkele bedreiging ons af hoeft te houden van de keuze voor het leven. Het betekent dat iedereen voor zichzelf kan opkomen en dat de basis voor onze samenleving is dat iedereen gelijkwaardig is en dat iedereen mee mag doen. Daar moeten we een heel jaar weer hard aan gaan werken, maar drie dagen lang zetten we een masker op en niemand die meer ziet wie je bent. Verborgen is je afkomst zoals Ester haar afkomst verborgen hield voor de Koning. En ook al wonen we in streken van ons land waar het Carnaval niet wordt gevierd we kunnen leren van het Carnavalsverhaal uit de Bijbel, vandaag, en de komende dagen.