Dit geschenk

Romeinen 5:12-21 12  Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd. 13 Er was al zonde in de wereld voordat de wet er was; alleen, zonder wet wordt er van de zonde geen … Lees meer

De ellende die we ondervinden

Romeinen 5:1-11 1 Nu wij rechtvaardig verklaard zijn op grond van geloof, leven we in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. 2 Dankzij Hem hebben we door het geloof toegang gekregen tot Gods genade, die ons fundament is, en mogen we ons laten voorstaan op de hoop om in zijn luister te delen. … Lees meer

Alles wat adem heeft

Psalm 150 1 Halleluja! Loof God in zijn heilige woning, loof hem in zijn machtig gewelf, 2 loof hem om zijn krachtige daden, loof hem om zijn oneindige grootheid. 3 Loof hem met hoorngeschal, loof hem met harp en lier, 4  loof hem met dans en tamboerijn, loof hem met snaren en fluit. 5 Loof … Lees meer

‘Vooruit!’

Matteüs 8:23-34 23 Hij stapte in de boot en zijn leerlingen volgden hem. 24  Plotseling begon het meer enorm te kolken, zodat de boot bijna door de golven werd verzwolgen. Maar Jezus sliep. 25  Ze maakten hem wakker en riepen: ‘Heer, red ons toch, we vergaan!’ 26  Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo … Lees meer

Ik zal u volgen waarheen u ook gaat

Matteüs 8:14-22 14  Toen Jezus het huis van Petrus was binnengegaan, zag hij diens schoonmoeder met koorts in bed liggen. 15  Hij raakte haar hand aan en de koorts verdween. Ze stond op en begon voor hem te zorgen. 16  Bij het vallen van de avond brachten ze vele bezetenen bij hem. Met een enkel … Lees meer

Mijn slaaf ligt thuis verlamd

Matteüs 8:2-13 2  Er kwam iemand naar hem toe die aan huidvraat leed. Hij wierp zich voor hem neer en zei: ‘Heer, als u wilt, kunt u mij rein maken.’ 3  Jezus strekte zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen was hij gereinigd van zijn huidvraat. 4  … Lees meer

Brood winnen uit de aarde

Psalm 104:1-18 1 Prijs de HEER, mijn ziel. HEER, mijn God, hoe groot bent u. Met glans en glorie bent u bekleed, 2 in een mantel van licht gehuld. U spant de hemel uit als een tentdoek 3 en bouwt op de wateren uw hoge zalen, u maakt van de wolken uw wagen en beweegt … Lees meer

Ruth 4:1-22 1 Boaz was intussen naar de poort gegaan en daar gaan zitten. Toen kwam de man voorbij van wie hij gesproken had-zijn naam is niet van belang-en hij zei: ‘Kom hier even bij me zitten.’ De man deed wat hem gevraagd werd. 2 Ook vroeg Boaz tien stadsoudsten plaats te nemen, en ook … Lees meer

Op de dorsvloer gerst wannen.

Ruth 3:1-18  1 Op een dag zei Noömi, haar schoonmoeder: ‘Mijn dochter, zal ik niet een thuis voor je zoeken waar het je goed zal gaan? 2 Boaz, bij wie je gewerkt hebt, is zoals je weet familie van ons. Vanavond zal hij op de dorsvloer gerst wannen. 3 Baad je, wrijf je in met … Lees meer

Achter de maaiers aan.

Ruth 2:1-23 1 Nu was Noömi van de kant van haar echtgenoot Elimelech verwant aan een belangrijk man, die Boaz heette. 2  Ruth, de Moabitische, zei tegen Noömi: ‘Ik zou graag naar het land willen gaan om aren te lezen bij iemand die me dat toestaat.’ Noömi antwoordde: ‘Doe dat maar, mijn dochter.’ 3 Ze … Lees meer