Psalm 62
1 Voor de koorleider. Op de wijs van Jedutun. Een psalm van David. 2 Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust, van hem komt mijn redding. 3 Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, nooit zal ik wankelen. 4 Hoe lang nog vallen jullie aan op één man en bedreigen jullie hem met de dood? Hij is als een muur die omvalt, als een wal die op instorten staat. 5 Zij willen hem van zijn hoogte storten, de leugen is hun lust en hun leven, een zegenwens ligt op hun lippen, maar in hun hart verbergt zich een vloek. sela 6 Zoek rust, mijn ziel, bij God alleen, van hem blijf ik alles verwachten. 7 Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, ik zal niet wankelen. 8 Bij God is mijn redding en eer, mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God. 9 Vertrouw op hem, mijn volk, te allen tijde, open voor hem uw hart, God is onze schuilplaats. sela 10 Niets dan lucht zijn de kinderen van Adam, niets dan een leugen de mensenkinderen, in de weegschaal gaan zij omhoog, samen zijn zij lichter dan lucht. 11 Vertrouw niet op geweld, op iets vluchtigs als geroofd bezit, ook al groeien geld en goed, houd je hart ervan vrij. 12 Eenmaal heeft God gesproken, tweemaal heb ik het gehoord: ‘De macht is aan God.’13 Bij u, Heer, is ontferming, u beloont ieder mens naar zijn daden. (NBV)
Vandaag zingen we Psalm 62. En die psalm moet je samen zingen. Dat staat er tenminste boven. Wij zien dat niet direct maar dat komt omdat we verder nooit van die Jedutun hebben gehoord. Dat was een Leviet, één van de vele dienaars in de Tempel en in Israel. Want de Levieten woonden door heel Israel verspreid. Ze hadden geen land en leefden van de offergaven van de Israëlieten. Een offer in Israel was immers een maaltijd voor je familie, je slaven en dienstknechten, de vreemdelingen in je midden en voor de Levieten en Priesters. Ze spraken vaak recht, legden de Wet van Liefde uit en vervulden allerlei taken in de Heilige Tent en later bij de Tempel in Jeruzalem. Eén van de taken was het zingen van de Psalmen. Dat kun je soms alleen doen, of met het volk, of met een koor. Jedutun was ooit waarschijnlijk een componist die een drietal psalmen op muziek heeft gezet.
Zijn nakomelingen, het geslacht van Jedutun, werden beroemde koorzangers. En als je wil leren om samen te zingen, echt samen, dan moet je lid worden van een koor. Toen de kerken leegliepen was er even de angst dat de koren zouden verdwijnen maar niets is minder waar. Popkoren, smartlappenkoren, klassieke koren, ouderen koren, jongerenkoren, gospelkoren, kinderkoren, Nederland heeft nog steeds een rijke koorcultuur. En daar past deze psalm wonderwel in. Mensen willen er maar op los slaan zegt de Psalm, maar het koor zingt dat je rust moet zoeken en bij God alleen moet zijn, alleen de Liefde kan dus wat betekenen, de Liefde is als een rots, een burcht waardoor je overeind blijft. Er maar op los slaan is maar niks, lucht en leegte, een leugen is het dat geweld zou kunnen helpen. Ook bezit van geld en goed, laat ze je niet beheersen zingt de Psalm, de macht is aan God, niet geld en goed maar Liefde bestuurt de aarde als het goed is.
En als je nu toch de fout bent ingegaan? Als je niet bereid bent geweest om te delen en de arme aan de kant van de weg hebt laten liggen? Als je toch mee bent gaan werken aan geweld, ook aan economisch geweld? Dan mag je van deze God van Liefde altijd omkeren, elk moment opnieuw beginnen. Dat is het wonder van het geloof in de God van Liefde. Altijd opnieuw kun je je bewust maken van je fouten, van de verkeerde weg die je bent ingeslagen, en altijd opnieuw mag je opnieuw beginnen. De Psalm noemt dat ontferming en als je het goede wilt en niets dan het goede dan zul je uiteindelijk beoordeelt worden naar het goede dat je gedaan hebt. Van de doden niets dan goeds, maar ook van de levenden als ze zich mengen in het koor dat het lied van Liefde en rechtvaardigheid zingt, dag en nacht.