Er stond geen water in.

Genesis 37:12-25a

Joost van den Vondel heeft met zijn toneelstuk Jozef in Dotan dit verhaal bijna tot een spreekwoord gemaakt. Maar het verhaal kan ook vandaag nog het een en ander voor ons te betekenen hebben. En dan gaat het allereerst om iemand te beoordelen op het imago dat die persoon heeft. Jozef had immers zijn koningsmantel aan en over zijn gedroomde koningschap luidop vertelt. Hij had de beste dromen, was dus een meesterdromer. Zijn vader had hem er op uitgestuurd uit bezorgdheid. Die bleek niet voor niks. Als herder volg je de kudden op zoek naar grazige weiden, als er niks meer te grazen valt dan vertrek je. Jozef heeft er geen oog voor en dwaalt eerst op zoek naar zijn broers. Maar gelukkig er is een vreemdeling die hem de weg wijst, ze zijn in Dothan. In verhalen als deze staan de dingen er niet voor niks. Er zijn geleerden die zeggen dat het vertrek van de broers er op wijst dat ze zich aan de broederschap onttrekken, ze wachten immers niet op de jongste. Anderen wijzen er op dat de broers zich begeven op de weg naar Egypte, Dotan ligt op de karavaanroute naar Egypte. Hoe het ook zij, Dotan betekent twee bronnen en dat geeft vruchtbare grond waarop groene weiden kunnen gedijen. Dat betekent ook dat je kunt aannemen dat er in de putten ook water zal staan. En water betekent in Israƫl naast vruchtbaarheid voor het land ook vaak dood voor de mensen. De broers willen af van de koninklijke spion en besluiten Jozef om te brengen door hem in de put te gooien. Alleen Ruben lijkt hem in leven te willen houden door hem in een droge put te laten gooien. In oude handschriften wordt dit ook wel toegeschreven aan Juda. Dan zou het tegelijk de verklaring zijn voor de voorname positie die de stam Juda later zou innemen. Maar in de handschriften waaruit de Nederlandse vertalingen zijn gemaakt wordt gesproken over Ruben, de eerstgeborene. Hij haalt inderdaad de broers over om Jozef in een droge put te gooien. Dan verdrinkt hij niet maar als er staat dat de broers naast de put gaan zitten eten dan dringt zich de gedachte op dat Jozef in een droge put de hongerdood zal sterven. Jozef is op dit punt van het verhaal zijn ondergang tegemoet gelopen. Wie zichzelf hoog verheft kan diep vallen. De bezorgdheid van Jacob richt zich op de verkeerde zonen. Alleen Jozef weet onder de gegeven omstandigheden niet goed voor zichzelf te zorgen. De anderen zorgen voor zichzelf en voor hun kudden. Dat zorgen voor zichzelf gaat ten koste van hun halfbroer. Want al die broers hadden wel dezelfde vader maar geen van hen had dezelfde moeder als Jozef, de jongste, Benjamin, was, zoals later zal blijken, nog te jong om er bij te zijn. We moeten dus uitkijken mensen te beoordelen op hun uiterlijk. We moeten dus niet te gemakkelijk zorg hebben voor mensen en dan mensen er op uit sturen die daar niet tegen opgewassen zijn. De discussie over toerusting, training en mandaat van soldaten op vredesmissies is dus niet vergeefs, die moeten we in het licht van dit verhaal zeer serieus nemen.

Plaats een reactie