Openbaring 4:1-11
Mensen die tegenwoordig dit soort visioenen hebben vertrouwen we meestal niet meer zo veel. Maar als je gevangen bent en in de brandende zon dwangarbeid moet verrichten voor een keizer die zich tot God verheven heeft dan zoek je droomtaal om duidelijk te maken dat je niet te breken bent maar in die Eeuwige blijft geloven. De gevangene van Patmos sluit daarbij aan bij de profeet Daniël. Eén van de profeten uit de ballingschap van het volk Israel in Babel. Daniël had een hoge functie aan het hof van de koning maar bleef trouw aan de wetten van Israel, de Wet van de Woestijn. Ook Daniël kreeg daardoor van tijd tot tijd moeilijkheden en ook hij gebruikte droomtaal om zijn blijvende trouw aan God tot uitdrukking te brengen. Na de martelingen komt namelijk onherroepelijk de bevrijding. Een troon zoals hier beschreven wordt is niet te evenaren, door geen Keizer en geen machthebber waar ook ter wereld. Bovendien mag iedereen er vanuit gaan dat je ook vanuit die troon wordt gezien. Wij herkennen misschien in de beschrijving van de vier wezens godenbeelden uit het oude oosten, maar duidelijk wordt dat ook die goden, als ze al goden zijn, volledig in dienst staan van de God van Israel. Dat is de Almachtige Heer van hemel en aarde en uiteindelijk werpen alle volken zich aan zijn voeten. Dat Almachtige is sinds de Tweede Wereldoorlog een taal die we niet meer zo zullen spreken. In onze wereld zijn er geen wereldleiders meer die zichzelf tot God uitroepen. Soms roept er een zijn volk tot God uit en zichzelf tot leider van dat volk. Aan mensen om zo’n volk en zo’n leider een halt toe te roepen. De God van Jezus van Nazareth is ondertussen met de slachtoffers van zo’n politiek en zolang wij geen hand uitsteken en ons leven niet in de waagschaal willen stellen blijven die slachtoffers vallen, bij miljoenen in de vorige eeuw. Aan ons dus om de aarde af te maken zoals God die gewild heeft. Goed, een plaats waar niet dan het goede te vinden is. Voor slachtoffers van natuurrampen als zich nu in Birma heeft voltrokken bijvoorbeeld. De leiders van de wereld organiseren al hulp en aan ons om het hen mogelijk te maken. Maar ook voor de hongerenden in Afrika en Azië, voor de armen overal op de wereld, voor de gevangenen en vooral voor hen die opkwamen voor mensenrechten en die onschuldig gevangen zitten. Wij hebben geen geheimtaal meer nodig om ons visioen duidelijk te maken. Dit soort geheimtaal zou ons zelfs wel eens dwars kunnen zitten. Wie heeft het er nu over een glazen zee voor een troon in de hemel. Maar een wereld waar de tranen zijn gedroogd, waar gevangenen zijn bevrijd, waar geen honger meer heerst en de naakten gekleed, de bedroefden getroost en de zieken genezen zijn is een wereld die we ons elke dag kunnen voorstellen. En waar we dus aan kunnen werken, bevrijd van slavenarbeid als we zijn.