Lucas 2:41-52
Jezus van Nazareth werd volgens het verhaal van Lucas geboren in Bethlehem en groeide op in Nazareth. Maar in Bethlehem was geen plaats voor hem geweest en Nazareth was wel het dorp van zijn ouders maar niet zijn dorp. Waar hoorde die Jezus van Nazareth dan wel thuis? Dat bleek toen hij volwassen werd. Joodse jongens worden volwassen rond hun twaalfde jaar. Dan mogen ze voor het eerst in de synagoge uit de Hebreeuwse Bijbel lezen. Dat lezen gaat niet vanzelf. Hebreeuws is niet meer een taal die we spreken. Oorspronkelijk was het alleen opgeschreven in medeklinkers, eigenlijk was het alleen uit het hoofd geleerd. Maar tijdens de ballingschap in Babel was men begonnen alles op een rij te zetten en op te schrijven. Later kwamen daar ook tekentjes voor de klinkers en de klemtonen bij. Jongens die hun “Bar Mitzwa” willen doen moeten dus hard studeren op het stuk uit de Bijbel dat ze mogen voorlezen.
Jezus van Nazareth vond zijn plaats toen hij twaalf jaar werd. Zijn ouders volgden de wetten van Mozes en gingen dus elk jaar naar de Tempel in Jeruzalem. Eigenlijk moesten ze wel drie maal per jaar naar Jeruzalem maar de meeste mensen gingen in elk geval met het Pesachfeest. Dan werd gevierd en herdacht hoe het volk bevrijdt was van de slavernij in Egypte. Elk jaar werd die bevrijding opnieuw beleefd. In Jeruzalem brachten ze een offer en hielden een maaltijd met de familie, de armen, de tempeldienaren en de vreemdelingen uit hun stad. Daarom spreekt het verhaal ook over een groot gezelschap dat met de ouders van Jezus van Nazareth meereisde. Maar Jezus van Nazareth ging niet mee terug. Hij bleef hangen in de voorhof van de Tempel. Daar hielden de schriftgeleerden zich op. Mensen die hun hele leven geweid hadden aan de bestudering van de Wetten van Mozes, de boeken van de profeten en de geschriften als de Psalmen en de Spreuken. Via vragen en discussies met elkaar probeerden ze achter de juiste betekenis van de Bijbelteksten te komen.
Na de verwoesting van de Tempel in het jaar 70 zijn veel van die discussies ook opgeschreven zodat de Joden in de verstrooiing die discussies konden blijven bestuderen en voortzetten. Ze zijn voor een groot deel verzameld in de Talmoed. Jezus van Nazareth ging deelnemen aan die discussies. Nu hij twaalf was geworden mocht hij dat ook. Maar een jochie van twaalf weet meestal niet zo veel. Zeker niet genoeg om met geleerden mee te kunnen discussiëren. Hij echter gaf blijk van een grote wijsheid waardoor hij de geleerden versteld deed staan. Waarover de discussies gingen vermeld het verhaal niet. Maar één element wordt duidelijk als zijn ouders hem gevonden hebben. Ook in de Hebreeuwse Bijbel wordt God al aangesproken als “Vader” en als je God als Vader aanspreekt dan is je huis de Tempel in Jeruzalem. Later zullen de schriftgeleerden in discussie blijven met Jezus van Nazareth. Dan zal het met name gaan over het liefhebben van je naaste. Dat gaat terug op de Wet die in de Tempel werd bewaard. En dan is die wijsheid eenvoudiger dan je zou denken. Dan is die kinderlijk eenvoudig, zelfs voor ons te begrijpen. Heb-Uw-Naaste-Lief-Als-Uzelf, gewoon vandaag weer mee beginnen. Als we dat horen zijn ook wij weer thuis, dan weten we tenminste weer wat ons te doen staat, ook vandaag weer en in het nieuwe jaar dat voor ons ligt.