2 Koningen 25:18-30
Vandaag lezen we het slot van het spannende verhalenboek 2 Koningen. Een boek over oorlogen, legers, machthebbers en regeerders en soms ook over het gewone volk. Een boek over de keus die mensen hebben. Willen ze dienaren zijn van de God van Israël, zorgen voor de minsten in het land. Of willen ze dienaren zijn van zichzelf, zelf goden maken van hout en steen en die bekleden met zilver en goud en macht verwerven ten koste van anderen, een hoge plaats proberen te verwerven tussen de andere volken die hetzelfde nastreven. In dit laatste stuk van het boek gaat het ook hierover. Er komt een goeverneur die namens de koning van Babylonië de samenleving van armen zal besturen. Maar in die samenleving blijken er soldaten van Juda met hun leiders te zijn ondergedoken en in plaats van een vruchtbare samenleving te stichten komen ze weer in opstand en vermoorden de goeverneur. Heel het volk moet naar Egypte vluchten.
En hoe vergaat het de ballingen in Babel? Er was nog een echte koning van Juda die zich had overgegeven aan de koning van Babel en die naar Babel was weggevoerd. Die koning was gevangen gezet maar daarmee was zijn verhaal nog niet uit. Helemaal aan het einde van het spannende verhalenboek 2 Koningen staat er nog, bijna terloops, een bijzonder verhaal van hoop. Want na zevenendertig jaar kwam er een nieuwe koning in Babel en nieuwe koningen schenken gevangenen genade, gratie. Zelfs in onze dagen kom je die gewoonte nog wel tegen. En deze nieuwe koning van Babel schonk genade aan die gevangen koning van dat kleine koninkrijkje Juda. En niet zomaar gratie, maar Jojachim werd opgenomen aan het hof van de nieuwe Koning en kreeg kennelijk een belangrijke positie. Dat maakte ook de positie van zijn landgenoten die in ballingschap waren wat beter.
Het boek dat gaat over de ondergang van het Koninkrijk van David en Salomo eindigt dus met een sprankje hoop. Net als ooit Jozef overkwam werd ook de laatste Koning van het zuidelijk rijk Juda, de laatste koning die in Jeruzalem had geregeerd, bevrijd uit gevangenschap. En wat had de bevrijding van Jozef wel niet voor gevolg gehad. Uiteindelijk de bevrijding van de slaven uit Egypte. En zou de verlossing uit de gevangenschap van Jojachin niet een eerste signaal zijn dat ook de ballingen uit Babel ooit terug zouden mogen keren naar Jeruzalem? Dat verhaal is voor een ander Bijbelboek. Wij eindigen hier in het verhaal over crisis, verwoesting van Jeruzalem waar pas na lang wachten een klein lichtpuntje te ontwaren is. Toch mogen we ook in onze crisis op dit soort lichtpuntjes vertrouwen. Jeremia zou de ballingen oproepen eilanden van rechtvaardigheid te stichten waar groente werd verbouwd en men zich aan de Wet van de God van Israël zou houden. Ook in onze dagen geloven de aanhangers van de God van Israël en zijn zoon Jezus van Nazareth dat het liefhebben van de naaste als ons zelf uiteindelijk ons zal verlossen van de huidige crisis. Elke dag opnieuw mogen wij die keuze maken, ook vandaag weer.