Prediker 3:1-8
Er worden 28 tegenstellingen genoemd in dit lied van de tijd. Oorlog en vrede zijn de laatste twee. Maar aantallen in de Bijbel staan er meestal niet zomaar. Zeven is het getal van de volheid. Zeven dagen worden er immers geteld voor de schepping van de aarde, inclusief een rustdag. Vier windstreken zijn er en zeven maal vier, en dat is 28, staat dus voor de hele aarde en alles wat daarin is. Voor alles is een eigen tijd. Aan het begin staat dat alles wat op en in de aarde is onder de hemel is. Alles staat onder God. Niet dat God overal mee te maken heeft, niet dat God alles doet, al doet ook God alles op zijn tijd. De vraag voor morgen is wat de mens heeft met al het gezwoeg wat hij tot stand brengt. Als wij het prachtige lied over de tijd van Prediker op ons laten inwerken weten we dat we toch wel heel vaak vergeten dat er voor alles een eigen tijd is en dat alles ook zijn tijd nodig heeft. In onze dagen lijden veel mensen aan wat we zijn gaan noemen “de ziekte van effe”. In plaats van overal de tijd voor te nemen die nodig is om de dingen te doen, doen mensen alles maar effe. Voor ze komen hebben ze al effe dit gedaan en effe dat geregeld en voor ze gaan moeten ze zo nodig nog effe dit doen en effe dat afmaken. Nergens wordt meer de tijd voor genomen en nergens is dus ook meer tijd voor. Dat er voor alle dingen minder tijd is lijkt meestal niet zo erg, maar dat er daardoor ook voor mensen minder tijd is is erger. Dat is voor relaties vaak funest, dat is voor opgroeiende kinderen rampzalig. Kinderen hebben drie dubbel last van onze gehaaste samenleving. Niet alleen dat ouders vaak maar effe tijd hebben voor hun kinderen, ook leerkrachten moeten altijd nog effe dit en nog effe dat, en in het verkeer zijn de meeste deelnemers te gehaast om nog effe oog te hebben voor het grut dat hun pad kruist. De “ziekte van effe” heeft vele officiĆ«le namen, burnout is de bekendste, overspannen die van de huisarts, maar chronische vermoeidheid, alcoholverslaving, verkeersongevallen, psychiatrische stoornis, depressies, gezinsdrama’s kunnen vaak ook teruggevoerd worden op het niet ritmisch weten te zingen van het lied van de tijd. Wie muziek maakt kent het. Elke noot heeft een eigen lengte, in elke maat moet elke toon gaan klinken en een muziekstuk klinkt niet als noten en maten maar effe mogen meedoen zonder dat zij passen in tempo en metrum. Zeker het samenspelen, samen zingen wordt volstrekt onmogelijk als ieder voor zich op eigen tempo en maat effe de tonen laat klinken. Daarom is het zo mooi dat Prediker hier een lied van gemaakt heeft. Als we dat lied van tijd tot tijd samen zingen krijgen we wellicht de harmonische samenleving die de Bijbel ons voorspiegelt.