Prediker 3:9-15
We weten natuurlijk wel hoe laat het is. We snappen best dat alles tijd nodig heeft. We willen het alleen vaak niet weten. In het begin van de vorige eeuw werd de lopende band uitgevonden. Als je veel dingen maakt die allemaal hetzelfde zijn is het handig om ze op een band te zetten en elke werknemer een deel van alle handelingen te laten uitvoeren. Die werkverdeling aan de lopende band werd een complete wetenschap. Met een stopwatch werd gemeten hoe lang elke handeling duurt en daarop werd de snelheid van de band afgesteld. Met mensen die fouten maken, zich niet goed voelen, onervaren zijn of ouder worden werd geen rekening gehouden. Charlie Chaplin heeft daar nog eens een prachtige film over gemaakt waarin je kon zien hoe gewelddadig een lopende band tegenover mensen kan zijn. Maar nog steeds worden er mensen ziek van de prestatiedruk die op ze gelegd wordt. Inzicht alleen is niet voldoende we moeten er ook naar willen handelen. Maar in het bedrijfsleven is dat moeilijker, daar worden de goden van winst en profijt gediend. Die goden vragen om niet naar de mens te kijken maar alleen naar de winst en wat het meer kan opleveren. Of mensen door leningen en consumeren in problemen komen telt niet, of mensen door de productiemethode in de knel komen telt niet. Mensen kun je vervangen, winst en profijt kun je alleen vergroten. Kan een God dit niet stoppen? Dat weten we niet, wat we wel weten is dat we in elk geval God niet de schuld kunnen geven van dat wat we met elkaar fout doen. We hebben immers een inzicht dat het mogelijk maakt er naar te handelen. Dat we liever de goden van winst en profijt volgen dan de God van Liefde en eerlijk delen, de God van zorgen voor mens, is een keuze die we allemaal op z’n tijd maken. Een keuze die we overigens ten allen tijde kunnen veranderen in het weer gaan volgen van die enige God die echt bestaat. Winst en profijt vergaan, net als alles onder de zon. En het enige waar we echt tijd voor moeten maken volgens Prediker is het genieten van alles wat ons zwoegen heeft opgebracht. Datgene wat we moeizaam hebben verworven mogen we als een cadeautje uitpakken en ervan genieten. Dat was zo in de dagen van Prediker en dat is nog steeds niet veranderd. Net als samen delen. Want het uitpakken van cadeautjes alleen in je eentje is wel leuk, maar het uitpakken van cadeautjes met elkaar is nog veel leuker. Zeker als je al veel hebt en dat deelt met mensen die dat helemaal niet gewend zijn omdat ze niet veel hebben. De vreugde van de arme die bevrijd wordt van armoede wordt dan een geschenk op zich, een geschenk van God waaraan wij mogen bijdragen, elke dag opnieuw.