Ezechiël 13:9-16
Volgens de overlevering sprak minister president Colijn vlak voor dat ook ons land in de Tweede Wereldoorlog werd betrokken voor de radio de woorden “ga maar rustig slapen”, om het volk duidelijk te maken dat er geen onrust nodig was omdat er geen gevaar zou dreigen. Dat in een tijd dat er in Duitsland al concentratiekampen stonden, Joden werden buitengesloten van de samenleving en verstandelijk gehandicapten en psychiatrisch patiënten systematies ter dood werden gebracht. Hij deed als de profeten waarover we vandaag lezen in het boek van de profeet Ezechiël. Die voorspelden vrede terwijl iedereen kon aanvoelen dat er oorlog zou komen. Die verklaarden de samenleving tot ideaal terwijl onrecht nog welig tierde en de weduwe en de wees werden verwaarloosd.
Ezechiël krijgt van God een mooi beeld dat je ook vandaag de dag nog zou kunnen zien. Het volk Israël was gewend om muren te bouwen door stenen te stapelen, niet te metselen dus. Als je er dan witkalk overheen smeerde dan leken het sterke en hechte muren. Als je niet goed stapelt dan loop je de kans dat de muur bij de eerste windvlaag of regenstorm al inzakt. De Naardense Bijbel vertaalt die witkalk dan ook met slijmkalk. Met slijmen maak je alles mooi, maar dat hoeft het helemaal niet te zijn. In het Nieuwe Testament maakt Jezus van Nazareth de vergelijking tussen mensen die hun huis op een rots bouwen en mensen die hun huis op drijfzand bouwen. In Ezechiël gaat het om profeten die de richting zouden moeten aangeven waarheen de samenleving zou moeten begeven, meer recht, meer veiligheid in onveilige tijden.
Het oordeel over de valse profeten is hard. Ze horen er niet bij, ze maken geen deel uit van het volk Israël, ze zullen geen deel krijgen aan het land dat uiteindelijk gevormd zal worden, dat land dat overvloeit van melk en honing waar het altijd vrede zal zijn. De mooipraters, witkalkers worden ze genoemd, zijn voor een volk zeer gevaarlijk. Jezus van Nazareth zou ze zelfs witgepleisterde graven noemen, geestelijk leiders die de samenleving mooier voorstellen dan die is. Zoals het lijdensverhaal van Jezus binnenkort als amusement in de straten van Rotterdam vertolkt zal worden. Het is mooi, je kunt er van genieten, maar de gedwongen prostituees, de drugsverslaafden, de slachtoffers van zinloos geweld, de kinderen die de goedkope kleding hebben gemaakt, de slaven die de grondstoffen voor de mobiele telefoons delfden, de hongerenden in de wereld, komen in dat lijdensverhaal niet voor. Het lijdensverhaal wordt door een laag witkalk bedekt zodat het lijkt of Jezus ook voor gezonden, voor rijken, is gekomen om voor hen het leven draaglijk te maken. Het wordt tijd met Ezechiël op te staan tegen de witkalkers die onze samenleving mooier willen voordoen dan die is en daarbij misbruik willen maken van het verhaal over Jezus van Nazareth. Opstaan tegen onrecht kunnen we elke dag opnieuw, ook vandaag weer.