Galaten 2:1-10
De brief aan de Galaten moet ergens geschreven zijn tussen het jaar 45 en 50. Aan het begin van onze jaartelling dus en de brief wordt beschouwd als de oudst bekende brief van Paulus. In het begin van hoofdstuk 2 valt Paulus met de deur in huis als het over het conflict gaat. Hij heeft het over een besnijdenis en over schijnbroeders die als spionnen waren binnengedrongen. Een bezoek van Paulus en Barnabas met hun gezelschap aan de gemeente in Jeruzalem lost intern het conflict kennelijk op. Met een handdruk wordt de zaak bezegeld. Wie het verhaal over dat bezoek en de overeenkomst nog eens wil doorlezen moet naast de passage van vandaag het boek Handelingen openslaan, in het vijftiende hoofdstuk vindt U de geschiedenis terug. Maar dat het conflict zich ook tot het hart van Turkije had uitgebreid en Paulus zelfs genoopt had tot het schrijven van een brief maakt het conflict ook voor ons belangrijk. De datering van de brief is daarbij niet onbelangrijk. In het jaar 70, niet zo lang na het schrijven van de brief dus, werd de Tempel in Jeruzalem verwoest na een bittere oorlog tussen opstandige Joden en Romeinen. De Joden werden uit Israel verdreven en het duurde eigenlijk tot 1948 voor er weer een Joodse Staat zou ontstaan. Die opstand heeft dus diepe sporen in de geschiedenis getrokken. De onrust en de groeiende bereidheid tot gewapend verzet was ook al in de dagen van Jezus van Nazareth aanwezig. Jezus zelf wees deze weg van bevrijding voor zijn volk van de hand. Maar het nationalisme bleef broeien. Ook in de nieuwe beweging van de Weg. Want, zeiden sommigen, als die Heidenen het hart van de wet van Israel wilden volgen, hun naasten liefhebben als zichzelf, dan konden ze toch net zo goed Jood worden. Je kunt je voorstellen wat dat had betekent. De Islam probeert geen Nederlanders te werven maar elke vorm van discussie, elke vorm van recht in de leer binnen de Moskee roept in onze samenleving al geschreeuw en gekerm op. Hoeveel te meer een beweging van mensen die van Heidenen Joden wilde maken en dan ook nog de slaven als gelijken ging beschouwen. Jood werd je door besnijdenis, Christen door samen te gaan leven met de mensen om je heen en het leven gewicht te geven. In Jeruzalem werden ze het eens, Joden bleven Joden en Heidenen bleven Heidenen samen konden ze Christen worden. Het enige dat nog te doen stond was zorgen voor de armen. Ook de gemeenten in Turkije, Galatië in die tijd genoemd, konden gerust zijn, voor hen veranderde er niets, gevaarlijke politieke avonturen hoefden niet, Chisten zijn was al gevaarlijk en avontuurlijk genoeg. Dat is het dan ook vandaag de dag voor mensen die genuanceerd met hun Islamitische buren willen samen leven.