Galaten 1:1-5
Mooi mannetje was dat die Paulus. De zendelingen die we in de vier Evangelieën tegen komen werden volgens de verhalen uit de Evangeliën geroepen door Jezus van Nazareth. Toen die opgenomen was hadden ze bij elkaar gezeten en het lot geworpen om een opvolger voor Judas te kiezen nadat Judas zelfmoord had gepleegd. Ze waren vervolgd, verspreid geraakt, maar hun beweging was gegroeid. Iedereen kende die zendelingen, in het Grieks “Apostelen” genoemd. Tot op een dag die Paulus zich aanmelde en riep dat hij ook een zendeling was. En dat schrijft hij nu ook aan de mensen in Turkije, rond Ankara. In de Romeinse tijd heette dat Galatië. Paulus had een groot deel van het Romijnse Rijk doorgereisd, zeker door Turkije en Griekenland, voor hij zich in Rome vestigde waar hij overigens een gevangene was. Als je dat verhaal van Paulus zo leest kan iedereen zich wel een Apostel noemen, want hebben we niet allemaal de taak om door het houden van onze naaste als onszelf dat verhaal van Jezus van Nazareth uit te dragen. Paulus begint daar ook mee, die genade is toch dat je er elk moment weer opnieuw mee kunt, en mag, beginnen. De vrede is dat wat je wilt brengen in een wereld verscheurd door geweld en Jezus van Nazareth, de gezalfde en bevrijder, de enige Koning die we boven ons erkennen, de Christus dus op z’n Grieks gezegd, inspireert ons om zo te handelen. Die Jezus van Nazareth bevrijdde iedereen van de dood, van het kwaad in deze wereld, door de onvoorwaardelijke en onzelfzuchtige liefde, zoals God die had gewild, door de dood heen te dragen. Deze eerste verzen uit de brief aan de Galaten hoor je nog wel eens als groet in een Protestantse Kerkdienst. Om maar te weten wat je eigenlijk in de kerk komt doen, leren hoe je je naaste lief moet hebben. Ankara als centrum van een beweging die een nieuwe anders geregeerde wereld wil is vandaag de dag nogal merkwaardig. In Turkije is de splitsing tussen de Islam en de Staat het meest doorgevoerd. Ook wij kennen de scheiding tussen Kerk en Staat. Nooit mag een kerk in de verleiding komen om macht te stellen in plaats van liefde en het houden van je naaste met geweld op te leggen aan de burgers van een staat. Dat wat de Bijbel leert over staat en Liefde staat haaks op een staat geregeerd door een Kerk. Volgens de grondleggers van het moderne Turkije geldt dat ook voor de verhouding Islam en Staat. Het zou een aanknopingspunt moeten zijn om met elkaar in gesprek te komen over de verhouding tussen het geloof dat je beleidt en de regeringsvorm van het land waar je woont. Zo’n gesprek is juist nodig als je die Vrede wil waar de brief aan de Galaten mee begint.