Johannes 7:37-52
Terwijl de kerken hun verjaardag vieren en het verhaal vertellen dat we hier de afgelopen dagen hebben gelezen over dat Pinksterfeest waarop de volgelingen van Jezus begonnen te vertellen en 3000 nieuwe volgelingen doopten, lezen wij uit het Evangelie van Johannes een ander verhaal over de Geest. Die Geest van God, de geest waarin we proberen onze naaste lief te hebben als onszelf, kwam met en door Jezus van Nazareth. Hij leefde het leven in die geest ons voor. Zo bevrijdde hij mensen van de zonde, wie het goede doet en niets dan het goede, doet immers geen zonde, zo bevrijdde hij mensen van de angst voor de dood, de dood dood de liefde immers niet, de liefde die altijd doorgaat. Maar de bevrijder, de messias, zou een zoon zijn van koning David. Mattheus en Lucas hadden in hun Evangelieverhalen veel moeite gedaan duidelijk te maken dat Jezus van David afstamde, maar Johannes laat dat in het midden. Of Jezus de bevrijder is moet niet afhangen van een stamboom maar van de vruchten van zijn optreden. Dat hebben de mensen goed begrepen. Ook de leiders van het volk hebben het eigenlijk begrepen want ze vinden dat optreden van Jezus van Nazareth maar niks. Wie gaat er nu uit liefde voor de mensen voortdurend tegen de regels in. Wie maalt niet om afkomst of gedrag maar let alleen op de bereidheid een nieuw leven te beginnen, een leven van delen wat je hebt, van zorg voor elkaar en vooral voor de armsten, de verworpenen, de uitgestotenen. Voor die mensen gaan inderdaad rivieren van goedheid stromen, maar zullen ze er niet in verdrinken? Het is de angst die we horen bij het pardon voor de kleine groep asielzoekers die hier al meer dan vijf jaar wachten op een oplossing. Zullen we niet verdrinken in vreemdelingen? Als je de vraag zo stelt dan weet je dat het niet zal gebeuren. Maar als je vraagt om een stadionverbod voor alle Marokanen in ons land, omdat een handvol Marokaanse jongeren de Nederlandse voetbalsupporters goed had nagedaan en een wedstrijd had verstoord, dan pleeg je eigenlijk een misdrijf. Dan is het hard nodig dat de Geest van God op je neerdaalt. Je merkt dan ook dat mensen zich kunnen afsluiten voor die Geest van God. Jezelf groter maken door de ander te kleineren lijkt soms vruchtbaarder dan de ander net zo lief te hebben als jezelf. Uiteindelijk loopt dat goddeloze gedrag uit op geweld. Daarom is het symbool van de Geest, een duif, ook het symbool van vrede. Want samen delen is samen vrede beleven, dat vieren we vandaag met dat Pinksterfeest.