Niets is voor mij verborgen

Jeremia 16:10-18

Je ziet het nog wel eens op oude prentjes, een uitvergroot oog dat alleen de wereld in kijkt. Het moest kinderen er aan herinneren dat God alles ziet en dat ze daarom altijd braaf moesten blijven. Dat staat hier immers in het verhaal dat we vandaag lezen? Als je dat denkt dan heb je het verkeerd gelezen. God let niet op het spelen van kinderen en maakt zich daar boos om, integendeel. In de eerste plaats gaat dit gedeelte om wandaden van de ouders van die kinderen, die hadden God al verlaten. De kinderen maakten het nog erger door op de weg van hun ouders voort te gaan. Daarom zullen die kinderen uit het land verbannen worden. Naar een land waar ze de afgoden kunnen dienen die ze kennelijk zo lief hebben, de dag en de nacht, de maan en de sterren. Het land dat overvloeit van melk en honing zal weer een woest land worden. De schepping van God is teniet gedaan, het is geen mensenland meer. Maar dat zal niet eeuwig duren. De mensen zullen zich weer tot God wenden en zijn weg volgen. De afgoden zullen leeg en zonder waarde blijken. Dan zal de dag komen dat bevrijding weer de boventoon gaat voeren. Dan word het land weer een mensenland, dan neemt de God van Israël weer zijn scheppende bevrijding ter hand en voert de ballingen terug naar het land van hun voorouders, het beloofde land, het land overvloeiende van melk en honing. De ballingen komen terug uit het land van het Noorden, waar Babel ligt, het land tussen de Eufraat en de Tigris dat zich zelf zo graag als de paradijstuin van de aarde zag maar waar het volk van Israël alleen gevangenschap en ballingschap mocht ervaren. Het land waar de lieren in de wilgen werden gehangen en het volk weer leerde roepen om hun God Maar God bevrijdt de slaven omdat hij van mensen houdt. En die God vergeet niet die wandaden zijn daden die mensen schaden. Dat liep in Israël uit op de kinderoffers aan de vuurgod Moloch het meest verschrikkelijke dat de mensen konden doen. Daarvoor moesten ze dubbel boeten. Want het land dat God hen had gegeven was volgezet met gruwelijke levenloze afgodsbeelden, de beelden voor Baäl en Asjeera. Reclamezuilen langs de weg die oproepen om te consumeren en te lenen, alsof de vruchtbaarheid en het geluk komen van levenloze dingen waarvan je meer en steeds meer moet willen hebben, speelgoed dat steeds meer en steeds meer kan en waar je dus steeds minder zelf je spel mee kunt bepalen. De Reclamezuilen die inspelen op sexuele voorkeuren maar mensen etaleren als voorwerpen die je naar believen voor je eigen genot kunt gebruiken en na gebruik weer weg kunt werpen, mensen die voor iedereen beschikbaar zijn om van te genieten maar die je steeds opnieuw en opnieuw moet kopen om het genot te kunnen verwerven. Het brengt onze samenleving ook steeds opnieuw in problemen. Bankencrisis, economische crisis waarbij de rijken met hun rijkdom wegkomen en eenvoudige mensen van hun spaargeld en pensioen beroofd worden en jonge mensen geen huis kunnen vinden om een gezin te stichten. De woorden van Jeremia moeten ook voor ons een waarschuwing zijn en een aansporing onze samenleving zo te veranderen dat delen met elkaar en zorg voor de zwaksten voorop staat. Zodat er geen kinderen meer aan aids sterven en hongersnood en armoede de wereld uit zijn. Er valt ook voor ons nog veel te doen. Vandaag kunnen we er weer mee beginnen.

Plaats een reactie