Psalm 85
Vandaag zingen we een lied dat in twee delen uit elkaar valt. Eerst is er een gebed van het volk, dan klinkt de verkondiging van de boodschap van de Bijbel. Je hoort het op deze manier ook in veel kerken. De gemeente bidt samen en dan wordt de boodschap verkondigd. Maar wat wordt er dan gebeden en wat wordt er dan verkondigd. Een heel andere vraag is natuurlijk wat we er aan hebben. Het was in elk geval een lied dat in de Tempel gezongen werd. Het kwam van een zanggroep in de Tempel, de Korachieten. In de Tempel werd de Wet van eerlijk delen bewaard. Wij hebben het vaak over een Tempel van God maar een beeld van God was er niet te vinden, alleen die Wet. Volgens de Wet moest elke gelovige een paar keer per jaar naar de Tempel om daar samen met de familie, de armen, de vreemdelingen en de dienaren van de Tempel een maaltijd te houden. Deden ze dat dan zou God weer voor hen zorgen. Iedereen snapt wel dat het houden van die Wet gemakkelijk mis kon gaan. Alles delen wat je hebt, je naaste liefhebben als jezelf, zorgen voor de armen en de zwakken in de samenleving, de vreemdelingen opnemen, het is maar aan weinigen gegeven om daar dag in dag uit voortdurend mee bezig te zijn. Daarom die maaltijden bij de Tempel, dan kon je weer opnieuw beginnen. En daar gaat in dit lied het gebed over. In het verleden was God wel eens boos op zijn volk geweest maar iedere keer als het zich weer tot de Wet van eerlijk delen had gewend was God een nieuwe weg met het volk ingeslagen. Dat mag dus gerust nog eens gevraagd worden. En dan volgt de boodschap, het verhaal van de Bijbel. Je mag er van uit gaan dat God vrede wil, dat God zorgt voor mensen die de vrede willen stichten, die goed willen doen, die trouw willen blijven aan de zorg voor de minsten, die zorgen dat gerechtigheid en vrede elkaar ontmoeten. Dat er dus recht wordt gedaan aan mensen zonder ze te onderdrukken. Dat recht voor mensen daar gaat het per slot om. En wat hebben we daar vandaag nog aan? Nou, dat er oorlog is hoeft ons niet tegen te houden om vrede te stichten. Er is altijd oorlog geweest en misschien zal er nog heel lang van tijd tot tijd oorlog uitbreken. Vast staat dat als wij mee willen doen in het verhaal van God wij in elk geval vrede willen stichten. En ook dat er honger is hoeft ons niet tegen te houden. De honger in ons eigen land brengt ons bij de voedselbanken om hen te steunen, donateur worden kan nog nog steeds, de voedselcrisis in de wereld brengt ons bij de Fair Trade winkels om te helpen eerlijke handelsverhoudingen voor elkaar te krijgen, en bij de organisaties die de directe honger kunnen stillen. Dat het tot nu toe altijd mis is gegaan hoeft ons niet tegen te houden opnieuw te beginnen met gerechtigheid en vrede, we kunnen elke dag opnieuw beginnen, we mogen elke dag opnieuw beginnen, al zingend.