Filippenzen 2:12-18
Daar heb je dus geen Idols of “extreem make over” voor nodig. Om te schitteren als sterren aan de hemel. En dat nog wel temidden van een verdorven generatie. Gehoorzaamheid is nodig, en alles doen zonder morren. Gehoorzaamheid aan wat, of aan wie? Niet aan God, voor God moet je ontzag hebben staat er. Maar het is God die zowel het willen als het handelen voortbrengt en daar gaat het weer eens om. Iedereen denkt aan zichzelf. Godsdiensten beloven van alles, van het eeuwige niets tot direct geluk maar de mensen in Filippi hadden iets dat ze zelf moesten, maar ook konden, doen. Dat was het houden van de Wet. Niet dat het houden aan die Wet je een keurige burger maakt, integendeel, het kan je nog knap in problemen brengen. Vergeet niet dat Paulus en Timoteüs deze oproep schrijven terwijl Paulus in gevangenschap zit. Nee het gaat om een gemeenschap van mensen die samen delen wat ze hebben, en dat ook willen doen met de armsten van de armsten, die iedereen daarbij willen betrekken zonder uitzondering. Een groep mensen die zich bekommeren om recht en vrede. Dat is de Wet waaraan ze zich houden. Dat is de uitstraling die ze daar door hebben en met die uitstraling schitteren ze als sterren. Want het gaat zonder mopperen, in vreugde schrijft Paulus uit de gevangenis. De crisis waarin Paulus en Timoteüs zitten gaat onze economische crisis ver te boven. In onze crisis zijn niet niet alle keuzes even gemakkelijk en voor de hand liggend. Maar waar we in elk niet over mogen mopperen is dat we weer meer geld gaan steken in ontwikkelingssamenwerking. Dat is in elk geval delen met de allerarmsten in de wereld. Want naast de financiële en economische crisis bij ons is er ook nog een voedselcrisis bij de allerarmsten. Die voedselcrisis was er al. We moeten dus er voor zorgen dat onze broeders en hun zusters, die hun laatste zaaizaad hebben moeten opeten en hun laatste vee hebben moeten slachten, weer een nieuw begin kunnen maken. Juist het besef dat we moeten delen, dat we het moeten hebben van eerlijke handelsverhoudingen onderscheidt de gelovigen van de hebberts en de graaiers die eerst aan zichzelf denken en dan pas aan een ander. Natuurlijk moeten we er voor zorgen dat het geld goed terecht komen en niet in verkeerde zakken verdwijnt. Maar de dictators en generaals die in staat zijn onze hulp tot hun onrechtmatige voordeel te doen veranderen zijn meestal wel de heersers waar we de beste betrekkingen mee hebben. Zelfs aan een heerser als Mugabe die zijn volk uithongert en ziek laat sterven doet niemand wat. Ondanks dat moet het geven van hulp ons tot vreugde stemmen, vol van vreugde al brengt het ons in de gevangenis schrijft Paulus. Nu, ook daar hoeven we niet meer bang voor te zijn.