Ik zal één volk van hen maken

Ezechiël 37:15-28

Er zijn mensen die denken dat er 10 stammen van het volk Israël verloren zijn gegaan. Er waren 12 stammen, genoemd naar de zonen van Jacob. Behalven een stam Jozef, die was er niet. Maar twee stammen waren genoemd naar de zonen van Jozef. Toen het volk Israël terug kwam uit de ballingschap in Babel waren er nog maar twee stammen over, daarvan was de stam Juda de grootste en die zou de belangrijkste worden. Maar waar waren die andere 10? Er zijn zelfs mensen die denken dat ze in Amerika terecht zijn gekomen en dat de Indianen daarvan afstammen. Maar die mensen hebben toch niet helemaal de Bijbel goed gelezen. Ezechiël geeft het antwoord: het is één volk geworden. Ezechiël doet dat op zijn manier. Hij hield ervan om dingen duidelijk te maken door een soort toneelspel. Hier had hij twee stukken hout, op het ene schreef hij Juda, op het andere Efraïm, één van de stammen die naar een zoon van Jozef was genoemd. De twee stukken hout voegde hij samen tot één. Zo zou het gaan met het volk Israël. Nu was Israël voor de ballingschap al een tijd lang uiteengevallen in twee staatjes, een noordelijk en een zuidelijk. De geschiedenis van die twee staatjes staat ook in de Bijbel beschreven. Ezechiël snapte dat, nu het volk in ballingschap was, het geen zin had om vast te houden aan die oude twee staten situatie, laat staan aan de nog oudere stammenstructuur. Wilde het volk als volk overleven dan moesten ze zich aaneensluiten en in de ballingschap zich meer dan ooit richten op het vasthouden aan hun eigen godsdienst. Dat zou al moeilijk genoeg zijn. Ze hadden immers geen beelden van hun God. Ze hadden de verhalen en de wetten meegenomen. Maar de verhalen uit de diverse streken van Israel waren behoorlijk verschillend. Ze hadden hun feesten, maar de religieuze feesten weken nogal af van wat de andere volken gewoon waren. Wie hield nu een feest voor een God waar geen beeld bij was en waar je aan één tafel zat met de Priesters, de armen, de vreemdelingen en je familie. Daarnaast hadden ze voedselvoorschriften waar je hoofdpijn van zou krijgen. Hele lijsten met verboden voedsel en het voedsel dat ze wel mochten eten moest je ook nog op een bijzondere manier klaarmaken. Het rare was alleen dat ze er wel gezonder bij zouden blijven. Door daar aan vast te houden zouden ze ooit terug kunnen keren naar het land van hun voorouders. Dan zouden alle volken beseffen dat je alleen door samen te doen kon overleven. Alleen je naaste liefhebben als jezelf, en dat als Godsdienst, geeft een volk kans op overleven. Dat is ook vandaag zo. Temidden van alle woelingen over geld en geldstromen zouden we als eerste vraag moeten stellen of iedereen op de wereld wel voldoende te eten heeft. Zolang dat niet zo is blijven de woelingen aanhouden.

Plaats een reactie