Johannes 6:41-59
…en mijn bloed drinkt…., het zou toch een vreemde zaak zijn. Geen wonder dat de mensen zich verbazen over de manier waarop Jezus van Nazareth zich uitdrukt. Later zou in de Roomse zogenaamde kerk het bijgeloof ontstaan dat de ouwel en de wijn van de eucharistie na het uitspreken van een spreuk door de priester inderdaad veranderen in vlees en bloed van Jezus van Nazareth. Ooit werden mensen die dit in twijfel trokken in ons land op de brandstapel gezet zo belangrijk vond men dit bijgeloof. Maar Johannes besluit met een mededeling die veel duidelijk maakt, Jezus van Nazareth zei dit allemaal in de synagoge van Kafernaüm waar hij onderricht gaf. Dat betekent dat we dit verhaal ook moeten betrekken op het Oude Testament, want om het Oude Testament draaide het allemaal in de synagoge en ook al schreef Johannes zijn verhaal vele tientallen jaren nadat het allemaal gebeurd was ook in zijn tijd stond het Oude Testament in de synagoge centraal. In dit verhaal zet Jezus van Nazareth de uittocht uit Egypte in het midden van het onderricht. Het lam dat werd geslacht voor de uittocht, het bloed aan de deur gesmeerd, zodat de engel des doods die deur voorbij zou gaan, het ongezuurde brood dat meegenomen moest worden en het manna dat het volk in leven zou houden tijdens hun tocht door de woestijn. Denk daarbij ook aan de ram die een maal per jaar de woestijn in werd gestuurd nadat iedereen al de verkeerde dingen symbolisch op die ram had gelegd. Al die elementen spelen in het verhaal van Jezus van Nazareth door. En dan blijkt dat wat hij eigenlijk zegt is dat je dat niet alleen moet horen en moet geloven dat wat daar gebeurd is tot bevrijding heeft geleid maar dat je het je eigen moet maken zoals hij het zich ook eigen heeft gemaakt. Dat het vlees en bloed in je eigen lichaam moet worden, dat je er handen en voeten aan moet geven. De uittocht betekent niet alleen dat je geroepen bent om bevrijdt te worden maar ook dat je gezonden bent tot bevrijding. De uittocht uit het land van de dood Egypte betekent uiteindelijk ook de intocht in het land overvloeiende van melk en honing, het land van het leven. Daartussen ligt de ontdekking van de Wet van de Woestijn, zonder elkaar gaat het niet, houd dus van je naaste als van jezelf, dat is van God houden en er is maar één God. Daaruit en daarvan moet en mag je leven. Zo leven brengt je in directe verbinding met God, met de Liefde, een liefde die zichzelf niet zoekt maar desnoods zichzelf deelt door de dood hen als dat moet. Heel het Oude Testament wordt hier samengebald in het leven, het lijden en sterven en de opstanding van Jezus van Nazareth. Daarom kon het verhaal ook pas zo worden opgeschreven na het Paasfeest waar dat verhaal van de woestijn werd herbeleefd. Maar het kan daarom ook vandaag verteld worden als wij ons bewust worden geroepen te zijn de armen te bevrijden, de hongerigen te voeden en de naakten te kleden.