Ruth 3:1-18
Het was een mooie zomer geweest. De oogst was binnen en nu werd het tijd het kaf van het koren te scheiden. Je hebt immers alleen de korrels nodig om te malen tot meel zodat je er het brood mee kunt bakken waarmee je je tot de volgende oogst kunt voeden. Dat wannen van de gerst hoort bij dat proces van scheiden van kaf en koren. Maar voor Ruth en Noömi betekende dat ook dat de tijd van aren rapen, achter de maaiers en korenbindsters aan, voorbij was. Het betekende een terugkeer naar honger en armoede. Nu was Ruth een soort oudedagsvoorziening voor Noömi geweest. AOW of pensioen was er in die tijd nog niet. Het beste pensioen kreeg je van je kinderen, hoe meer hoe beter. Weduwen zonder kinderen hadden het daarom extra moeilijk. Het familielid dat de weduwe in bescherming moest nemen, de losser, moest daarom ook zorgen voor kinderen. En welke man vindt er niet graag een knappe weduwe in zijn bed. Noömi draagt Ruth daarom op om de rouwkleding af te leggen en zich op te maken als voor een bruiloft. Boaz snapt de boodschap direct. Hij had zich al eerder aangetrokken getoond tot deze Moabitische en nu ze zich ze openlijk aanbood was het tijd er gebruik van te maken. Maar wel binnen de Wet. Die Wet wees een ander aan die als losser zou moeten optreden en als je zo’n fraaie partij zonder meer zou opeisen zou het maar tot jalouzie leiden. En daar blijft het bij. Ruth past zich aan en zorgt dat niemand haar ziet vertrekken. Een verhaal waarin mensen elkaar recht doen. Ruth, de dochter van Moab, brengt hier Boaz niet op het verkeerde pad zoals eens Tamar de schoondochter van Juda zich gedwongen had gezien haar schoonvader op het verkeerde pad te brengen. Je kunt dus wel je vooroordelen tegen vreemdelingen hebben, je kunt wel bang zijn voor die rare gewoonten, maar je kunt ook verrast worden. Wie had nu gedacht dat Moslims bijvoorbeeld Jezus van Nazareth als een groot profeet vereren? Wie had gedacht dat bij het slachtfeest een kwart van het dier dat werd geslacht gegeven moet worden aan de armen? Wie had gedacht dat Moslims de plicht hebben om de armen te steunen, met hen te delen, en dat dat een van de vijf pijlers van de Islam is? Het is allemaal niet hetzelfde als bij ons maar het kan toch niet als verkeerd of bedreigend voor onze samenleving gezien worden? Het boek Ruth dient zich aan als een romantische liefdesgeschiedenis maar als je tussen de regels door leest is het een hoogst actueel verhaal over hoe we als mensen met elkaar om moeten gaan. Zijn wij nog in staat jalouzie te vermijden? Zijn wij nog in staat respect voor een reputatie op te brengen? Zijn wij nog in staat de armen dichtbij in onze stad, in ons dorp, in onze straat te herkennen en naar hen onze hand uit te steken? We mogen ons het elke dag opnieuw afvragen.