Jullie moeten het recht toch kennen?

Micha 2:12-3:4

Gisteren was de internationale dag voor de rechten van de mens. En gisteren werd de Nobelprijs voor de vrede uitgereikt. Twee gebeurtenissen die schijnbaar los van elkaar staan maar dit jaar niet voor niets samenvallen. En dan beginnen wij een nieuwe werkweek met het lezen uit het boek van Micha over het samenbrengen van de resten van het volk en de kritiek op de leiders van de samenleving die het recht met voeten treden. Wat heeft die Micha ons vandaag te vertellen. Daarvoor moeten we eerst eens kijken naar de rechten van de mens. Dat is een verklaring die na de Tweede Wereldoorlog is opgesteld door de Verenigde Naties. Kern is dat ieder mens recht heeft op leven, ongeacht afkomst, religie, rijkdom of geslacht. Ieder mens heeft ook recht op bescherming van de overheid. En ieder volk heeft recht op zelfbestuur. Soms lijken die rechten voor de hand te liggen, eigenlijk verschillen ze niet van de Wet van de Woestijn. Maar als een Sadam Hoessein de eigen onderdanen met gifgas bestrijd en zonder onderscheid mannen, vrouwen, kinderen, ouderen en jongeren dood en laat doden dan pleegt hij ernstige schendingen van de mensenrechte en wordt er niet ingegrepen. Zo ook als regeringen hun invoer en uitvoer zozeer beschermen dat andere volken wel in armoede moeten blijven leven. En daar komt de Nobelprijs voor de vrede dit jaar in het geding. Die ging naar de uitvinder van het microkrediet, of de handeling van een bank oorlog of vrede kan uitmaken. Volgens het Nobelprijscommitee dus wel. Zij hadden in het boek van Micha gelezen over de rijken en machtigen die het vlees van de botten der armen afstropen en konden zich voorstellen dat de armen met geweld daartegen in opstand komen. Zorgen dat het evenwicht weer wordt hersteld is dus zorgen voor vrede. Kopen in Fair Trade winkels betekent dus volgens het Nobelprijscomitee vrede stichten. Iets om ook in de Kerstperiode extra aan te denken. En dan de volken die recht hebben op zelfbeschikking. Daar heeft niemand het meer over, de Molukkers niet, de Koerden niet, de Papoea’s niet, de Tibetanen niet en tal van andere volken die hun eigen volkenbond van niet erkende volken hebben, spreken er niet meer over. Zij hebben geleerd dat vrede betekent dat je met verschillende volken moet leren samenleven. Voor dat leren samenleven kijken ze naar ons, rijke ontwikkelde landen. Kunnen wij met verschillende culturen samenleven? Ieder heeft er recht op en in Vredesnaam is het dus te hopen.
?

Plaats een reactie