Psalm 50
We zingen vandaag mee met een Psalm van de hoofdmusicus van de Heilige Tent uit de tijd van Koning David, Asaf. Vertrouw daarbij niet op vertalingen. We zijn weliswaar afhankelijk van vertalingen, want wie leest deze psalm nu in het Hebreeuws, maar vertalingen zijn mensenwerk. De psalm begint met “de God der goden”, alsof er meerdere goden zijn en onze God daarvan de voorzitter is. We hangen niet het Griekse geloof aan in Zeus de Oppergod, voor ons is er één God, die alle verstand te boven gaat. Oorspronkelijk begint de psalm met “Elohiem, El,” En “Elohiem” klinkt als een meervoud. In de oudste gedeelten van de Bijbel wordt God vaak met deze naam aangeduid, net als met El. Pas na de bevrijding uit Egypte wordt JHWH, “Ik ga met jou”, de Godsnaam, bij ons meestal uit eerbied vertaalt met “Heer”, in navolging van het Hebreeuws waar het Hebreeuwse “Adonai, of Heer” wordt gebruikt. Het is voor het begrijpen van deze psalm niet onbelangrijk. Want juist in deze Psalm wordt het unieke en zeer bijzondere van het geloof in die bijzondere God duidelijk gemaakt. De Naardense Bijbel vertaalt met “De godheid, God, de ENE” Waarom nu begint de Psalm met te zeggen dat vanaf Sion de glans van God verschenen zou zijn? Sion is een andere naam voor Jeruzalem, soms ook voor de Tempelberg, de plaats waar de Wet van Liefde bewaard werd in het hart van de Tempel. Van die Wet, van heb je naaste lief als jezelf, gaat de glans van God uit. Daar moet je het zoeken. Rond die Tempel waren dag en nacht offervuren te zien. Maar die offers hoef je van God niet te brengen. Alle dieren zijn immers van God? Je hoeft je God toch niet te eten te brengen? Eten doe je door te delen met de armen en de vreemdelingen. Daardoor verbindt je je met Gods gerechtigheid. Dat volhouden maakt je tot een van de getrouwen van God. Maar er zijn maar weinig volken die hun samenleving zo hebben ingericht dat de minsten de maat zijn voor wat gedaan wordt. Hebben wij geen armen onder ons van wie de schulden jaar na jaar oplopen? Zorgen wij voor de weduwen onder ons? Voor de bejaarden en hoog bejaarden? Zijn het niet de mensen die voor hun leven zijn aangewezen op instellingen van zorg die het komend jaar weer minder mogelijkheden krijgen door een hogere bijdrage aan de AWBZ? En zorgt onze samenleving internationaal ook voor de armsten in de wereld? De conferentie tussen Afrika en Europa werd geopend met een oproep de onrechtvaardige tolmuren te slopen, laat ook de producten uit Afrika toe op onze markten en niet alleen de grondstoffen. Het is de God uit deze psalm die ons voortdurend de onrechtvaardigheden uit onze samenleving voorhoudt. Laten we ook deze week beginnen met daar naar te luisteren en aan die onrechtvaardigheden een eind te maken.