1 Tessalonicenzen 4:1-12
Wie de boodschap kent het goede te doen en niet dan het goede weet dat er dingen zijn die je dus moet laten. Het Christendom heeft vanouds het imago dat het tal van zaken verbiedt. Maar zo is het niet. Het Christendom is, evenmin als het Jodendom dat was, een negatieve godsdienst. Paulus schrijft zelfs ergens dat alles geoorloofd is. De keus om iets te doen of iets te laten is aan de individuele gelovige zelf. Het goede ligt niet absoluut vast, zodat de ene keer iets heel goed is om te doen, terwijl het een andere keer juist het kwade is wat je op het punt staat te doen. Dit gedeelte uit de brief aan de mensen in Tessalonica zet ons een beetje op het spoor hoe in de praktijk uit te maken wat je nu wel en wat je nu niet moet doen. Wat hierboven staat is het centrale criterium in dit gedeelte, een ander niet schaden of bedriegen. Daar komt ook de waarschuwing tegen de ontucht vandaan. In de samenleving waar Paulus naar schrijft waren slaven en slavinnen die je kon huren of kopen om je lusten te bevredigen. De mensenhandel die welig in onze prostitutie tiert heeft het na al die eeuwen niet anders gemaakt. Het zal duidelijk zijn dat je niet een broer of zus misbruikt voor je lustbevrediging. Dat is dus heel iets anders als twee mensen samen besluiten samen plezier van elkaar te hebben en dat met elkaar te delen. Het bestrijden van mensenhandel en de slachtoffers van lover boys bevrijden geeft mensen alleen maar meer mogelijkheden plezier in het leven te hebben. Immers alle mensen zouden zich moeten onthouden van het maken van misbruik van broers en zussen. Juist de goddelozen schuiven de zorg en bescherming af op de overheid en stellen dat je eerst je eigen lust moet bevredigen en dan pas hoeft na te denken over de vraag of je misschien misbruik van iemand hebt gemaakt, de Bijbel draait dit om, eerst nadenken over mogelijk misbruik en als dat aan de orde is, beheers je dan. Paulus noemt dat Heilig, daar zit het woord heel in. Een perfect mens te zijn, beeld van God, bekleed met liefde voor de naaste, dat is pas Heilig. Daar streven we naar. Misbruik maken van je naaste is als misbruik maken van God. Wie de wanstaltige beelden van sexueel misbruik van kinderen in Thailand en andere vergelijkbare landen ziet vraagt zich af waarom zelfs het organiseren van vliegreizen naar deze oorden niet strafbaar wordt gesteld. Het onrecht onze broeders en zusters aangedaan schreeuwt naar de hemel maar de westerse gelovigen lijken doof te blijven. Paulus wijst op de solidariteit met de gelovigen ook elders, die je moet vergroten. Het wordt dus tijd voor een Europeese actie tegen misbruik, mensenhandel en lover boys. Samen kunnen we kennelijk wel wat.