Handelingen 18:12-22
Politiek in de kerk, het kan de gemoederen danig verhitten. Wanneer de Wereldraad van Kerken, kerkelijke organisaties of kerken zelf gewezen hebben op gevaren die de wereld bedreigen of op onrechtvaardige verhoudingen tussen mensen kwamen er steeds gelovigen in opstand en verweten de kerkleiders politiek te bedrijven. Ook de discussie tussen Joden en Christenen in de tijd van Paulus ging over politiek. En wel over de belangrijkste politieke vraag van de tijd van Paulus namelijk wie regeert de aarde, God of de Keizer? Christenen hadden tot antwoord dat God alleen de Heer van de wereld was. In Jezus van Nazareth had hij immers onder ons gewoond en de dood overwonnen. Veel veiliger was het te geloven dat God in de hemel de baas was en de Keizer op de aarde.
 Voor de Romeinse gouverneur Gallio is het lood om oud ijzer. De God van de Joden is onzichtbaar, er bestaat zelfs geen beeld van, en de god van de Christenen is aan een kruis gestorven. Einde verhaal en niet langer de rechtzaal bezetten. Als ze elkaar in elkaar willen slaan dan doen ze dat maar. Voor ons is de vraag minder onbelangrijk. Voor wie gelooft dat God de enige Heer is op aarde is het oplossen van onrechtvaardige handelsverhoudingen, is het bevrijden van mensen van onderdrukking en geweld een reële mogelijkheid, zelfs een onontkoombare opgave. Dat is politiek, het besturen van de wereld, want laten we God en de Wet van heb Uw naaste lief als Uzelf de wereld besturen of willekeurige mensen met hun verlangen naar macht, roem en rijkdom voor zichzelf?
Het verhaal van de strijd in Korinthe tussen Joden en Christenen en de reactie van Gallio stelt ook ons de vraag waar we partij voor zouden willen kiezen. Voor Paulus is het duidelijk. Hij leeft onder de gelofte zich apart te stellen voor God zoals in het Bijbelboek Numeri werd beschreven, hij werd Nazareër, opvolger van Simson. Maar de reis die voortvloeide uit deze gelofte liep af en voor hij naar Jeruzalem vertrok liet hij zijn hoofd kaalscheren, het traditionele einde van het Nazireeërschap. Dat haar werd meestal in de Tempel in Jeruzalem verbrand als teken dat het offer dat men op zich had genomen ook volbracht was. Voor Paulus was het dat ook. Hij was op zijn reizen vertrokken uit Antiochië en daar keerde hij nu weer naar terug. De taken die we in ons leven op ons nemen hoeven niet ons hele leven te duren. De taak om rechtvaardigheid en vrede te brengen is voor gelovigen onontkoombaar maar daarbinnen zijn deeltaken die gedurende een bepaalde tijd opgenomen kunnen worden. Schrijven voor Amnesty International, vrijwilliger in de Fair Trade winkel of de voedselbank en een van die vele andere activiteiten die de heerschappij van God op aarde zichtbaar maken kunnen ook tijdelijk worden gedaan. Maar als je er een keer aan begonnen bent kun je er bijna niet meer mee ophouden, dat zal ook bij Paulus blijken.