Johannes 2:23-3:13
Veel kerken hebben komende zondag een soort studiedag. Ze hebben het over de drieeenheid van God, dat is dan Vader, Zoon en Heilige Geest en vertellen daarbij het verhaal dat we vandaag ook thuis lezen namelijk dat over de wedergeboorte. Wedergeboren Christenen zijn tegenwoordig de grootste opscheppers, ze weten dag en uur van hun wedergeboorte. En ze verwerpen ongeveer alles wat ze niet kennen of waar ze niet van houden onder het motto dat het niet van God mag. Hoog tijd dus om eens te lezen wat er echt in de Bijbel vertelt wordt. Dat Evangelie van Johannes wijkt nog al af van de andere drie. Dat komt omdat Johannes zich tot een ander soort publiek richt. Het publiek van Dan Brown en het Evangelie van Judas.
Toen het Christendom populair werd, maar ook vervolgd, waren er heel veel mensen die het verhaal van Jezus probeerden te vergeestelijken. Het had dan niet meer te maken met de manier waarop de samenleving was ingericht maar het was iets persoonlijks waar je heerlijk over kon filosoferen maar dat verder geen gevolgen had, Op zoek naar de geheime kennis heette dat, de Gnosis. Het is een manier van geloven, of bijgeloven, die ook tegenwoordig nog populair is en net zo hard bestreden dient te worden. Uiteindelijk leidt deze manier van geloven namelijk weg van de bedoeling van Jezus van Nazareth. We zien dit aan het verhaal van vandaag. We weten al dat Jezus het druk had, met wonderen en genezingen. “Nou” zo begint Johannes, “al die mensen die op wonderen afkomen zijn maar dubieuze gelovigen”, weg is het succes van de gebedsgenezers.
Vervolgens vertelt hij over een gesprek dat een godsdienstig leider van die tijd eens rustig met Jezus wilde hebben. Dat kon alleen in de stilte van de nacht als die wonderzoekers waren gaan slapen. Die Nicodemus wil wel eens weten hoe het met die wonderen zit. En Jezus verwerpt de eigen wonderen en vertelt dat je van boven geboren moet worden. Dat “opnieuw” is in het grieks namelijk ook “van boven”, en dat betekent dat we ook mogen zeggen dat we als nieuw geboren moeten worden. Als je na een warme dag werken gaat zwemmen dan voel je je als nieuw geboren, het stof en zweet van alle dag wordt afgespoeld en je bent een nieuw mens. Nu was die Nicodemus ook goed thuis in de Wet van de Woestijn. Die wet was voor veel mensen verworden tot een dorre verzameling regels en Jezus voegt er daarom de Geest van God bij. De Geest waarin die Wet van de Woestijn ontstond, de geest van liefde die is nodig voor een nieuw soort koninkrijk. Mensen die hun oude gewoonten afspoelen, en met een nieuwe geest van liefde in het leven staan, dat is wedergeboorte, dat doe je samen. Dan weet je niet wat je overkomt, het is niks geestelijks meer, maar ineens gaan mensen opbloeien, is er aandacht voor de armen, voor de verworpenen der aarde. Dan gaat het weer over zeer aardse zaken zoals Jezus op het eind van het verhaal benadrukt. En het mooie is dat het elk moment weer opnieuw kan en mag beginnen. Ook vandaag weer.