Johannes 20:19-31
We lezen in het verhaal van Johannes dat we vandaag lezen zo gemakkelijk alleen wat er over Tomas wordt verteld. Maar het verhaal is ook een Pinksterverhaal. Een verhaal over de uitstorting van de Heilige Geest. Wij vieren dat pas vijftig dagen na Pasen. Dat komt omdat in het verhaal dat Lucas heeft opgeschreven op die feestdag van de Joden, het Wekenfeest, de ramen en de deuren van de volgelingen van Jezus van Nazareth werden opengegooid en iedereen werd uitgenodigd mee te gaan doen met de nieuwe beweging van de Weg. Maar ook Lucas had in zijn Evangelie geschreven dat de uitstorting van de Heilige Geest al veel eerder was geweest toen de volgelingen van Jezus van Nazareth bijeen waren en hij daar plotseling in hun midden stond.
Het verhaal gaat dus over iets anders dan over geloof en ongeloof. Als we goed lezen zien we dat het verhaal gaat over leven en dood. God had immers met zijn adem het leven in de mensen geblazen toen ze mens werden, het is het verhaal uit het begin van Genesis. Ook Ezechiël had het beeld gebruikt in zijn verhaal over het dal van de dorre doodsbeenderen toen hij de mensen van Israël weer in beweging moest brengen. De adem van God brengt het leven voor mensen. Nu is in het Hebreeuws het woord voor adem hetzelfde als het woord voor Geest. Doordat de apostelen nu leven van de adem van Jezus van Nazareth, de adem van God, Â kunnen zij ook echte volgelingen worden van Jezus van Nazareth, de bevrijding van de armen naderbij brengen.
Maar dan die Tomas, wat moeten we dan met die Tomas. Tomas legde het leven niet bij de adem van God, maar bij het lichaam, het vlees zou Paulus dat later gaan noemen. Tomas was voor het verhaal van Johannes nodig om duidelijk te maken dat Jezus van Nazareth ook echt bij de apostelen was geweest na de kruisiging. Hij was niet een geestverschijning die ze in een trance hadden gezien. In de dagen dat Johannes zijn Evangelie schreeft werd dat nog wel eens beweerd en in onze dagen zijn er zogenaamde esoterische christenen die ongeveer hetzelfde beweren. Jezus van Nazareth heeft echt geleden, daar is bloed gevloeid. Dat had niets te maken met een vrolijke optocht achter een groot plastic kruis door een grote stad. Dat had te maken met bloed, zweet en tranen en ondraaglijke pijn. Om dat niet te vergeten is Tomas nodig. Wie dat in een romantisch verhaal wil wegpoetsen in zelf een ongelovige Tomas. Wij mogen ons openstellen voor de Geest van God, de Geest van Jezus van Nazareth, elke dag weer en gaan werken aan de bevrijding van de armen, ook vandaag weer.