Deuteronomium 26:12-19
Â
Er zijn tuinders die zeggen dat het nog niet de tijd is om lof te oogsten, maar het gaat in deze Bijbeltekst niet om de groente maar om geprezen te worden. Want het is de tijd om de belastingaangifte te doen. Denk nu niet dat dat iets moderns is waar de Bijbel nog geen weet van had. Niks is minder waar. Elke drie jaar moest je een tiende van alles wat je verdiende, wat je land opbracht, wat je aan vermogen had, afdragen aan de gemeenschap om te zorgen dat de levieten hun werk konden doen. De levieten zorgden voor de rechtspraak en het bestuur. Die zagen er op toe dat de belasting op de juiste wijze terecht kwam bij hen die er recht op hadden, ze zagen er op toe dat de mensen die het nodig hadden recht werd gedaan. Wie dan? Daar staat een duidelijk rijtje: de Levieten, de vreemdelingen, de weduwen en de wezen.
Hoeveel je moest afdragen en hoe dat er uit moest zien staat elders nauwkeurig beschreven. Tot en met opslagplaatsen voor voedsel in de dorpen voor als de oogst een keer zou mislukken. Ook die opslagplaatsen waren voor de Levieten, de vreemdelingen en de weduwen en de wezen. Maar als de tijd aangebroken was om officiëel alles over te dragen dan moest je dat ook nog doen met een eed of een belofte. Ook daar is niks aan veranderd want ook vandaag ondertekenen we de belastingaangifte met de belofte dat we alles eerlijk hebben opgegeven en niets hebben verzwegen. Dat er een openbaar bestuur met rechtspraak moet zijn in een volk had Mozes van zijn schoonvader in de woestijn geleerd. Daar was uiteindelijk een van de twaalf stammen voor afgezonderd, de stam Levi. Dan kon je je nooit vergissen in wie er wel en wie er niet bij het bestuur hoorde. Die levieten mochten geen bezit hebben en geen andere giften aannemen.
En dan de vreemdelingen in uw midden. Wij maken een groot probleem van de aanwezigheid van vreemdelingen. Hoewel, “wij”, een kleine minderheid probeert ons bang te maken voor vreemdelingen. Gelovige Christenen moeten daar om lachen. De Bijbel geeft al vanouds de aanwijzing om de vreemdelingen op te nemen en net zo te behandelen als je eigen volk. Ze kunnen misdaden plegen, moeten dan gestraft worden, kunnen zonder werk komen, moeten dan geholpen worden, ze kunnen rechtsgedingen voeren, moeten dan eerlijk behandeld worden. Ze staan op één lijn met de armsten in het volk. Je hoeft er dus niet bang voor te zijn, ook in onze dagen brengt het aanpraten van angst alleen maar schade toe aan onze eigen samenleving. Dat er problemen zijn in de samenleving komt omdat we de neiging hebben voor onszelf te leven en de zorg voor anderen aan de overheid over te laten. In de dagen dat je de belastingaangifte moet invullen zou je je weer kunnen herinneren dat de zorg voor de anderen, voor je eigen buurt, dorp, wijk of stad, in de eerste plaats aan jou zelf is. Samen leven gaat niet zonder jou. Dat is ook wat Deuteronomium wil zeggen met die heel nauwkeurige regels over de tienden. Zorg voor je samenleving en de mensen die er bij horen. Dat kan gelukkig elke dag weer opnieuw, ook vandaag.