Deuteronomium 21:10-21
Het kwaad moet in de kiem worden gesmoord, het hele volk moet worden afgeschrikt van het gaan van de weg van het kwade. Dat is de boodschap die we vandaag uit het boek Deuteronomium leren. Het eerste kwaad dat bestreden moet worden is de onmenselijke behandeling van krijgsgevangenen. Vooral vrouwen nemen in oorlogen een zwakke positie in. Verkrachtingen, zelfs groepsverkrachtigingen zijn aan de orde van de dag, tot in onze dagen toe. Gruwelijke verhalen horen we daarover. En op het eerste gezicht zou het kunnen lijken dat ook de Bijbel regels geeft die een dergelijke behandeling mogelijk maken. Maar het tegendeel is het geval. Dat een man verliefd wordt op een mooi meisje is niet meer dan menselijk. Maar ook als het een vijandin betreft dan is die vrouw geen gebruiksvoorwerp maar een mens, een kind van God. Dat haar volk overwonnen is is al erg genoeg voor haar, ze krijgt dus de tijd om daarover te rouwen. Daarna is ze geen slavin maar mag ze trouwen met haar overwinnaar, die haar huwt door met haar te slapen. Verkopen is er niet bij, ze is door het huwelijk een vrij mens geworden en geen oorlogsbuit meer. Krijgsgevangenen dienen dus met respect te worden behandeld. In onze dagen zijn daar meer regels voor ontworpen, we moeten beschaafde volken dan ook voortdurend aanspreken op het houden van die regels, dat leren we hier uit de Bijbel.
In de dagen van de Bijbel was het trouwen met meer vrouwen door een man een heel gewone zaak. Pas veel later merk je in de Bijbel dat het verschuift naar een één op één relatie. Maar het hebben van twee vrouwen levert soms problemen op. Ook hier schrijft de Bijbel voor dat je respect voor elkaar moet hebben. Voortrekken van de een boven de ander op grond van smaak en voorkeur is er niet bij. De oudste is de oudste en de regels van het erfrecht gelden onder alle omstandigheden. Dat daarom vrouwen onderling nog wel eens de nodige ruzies kregen laat de Bijbel maar in het midden. Het meest bekend in dat verband is de ruzie en zijn de spanningen tussen de zusters Lea en Rachel de vrouwen van Jacob. Maar ook in dat verhaal is Ruben overduidelijk de oudste, al zal Ruben dat zelf niet waarmaken en krijgt Jozef in de loop van de geschiedenis de reddende positie.
Daarom knoopt de schrijver van het boek Deuteronomium maar gelijk de spelregels voor de ongehoorzame zoon vast aan deze regels. Een vader kan de schuld voor de ongehoorzaamheid niet op de moeder afschuiven. Vader en moeder zijn gelijkelijk verantwoordelijk voor een goede opvoeding. Een goede opvoeding betekent in de Bijbel het aanleren van het houden van de geboden van God. Zoals het ergens in Leviticus beschreven staat: “Iedereen moet moeder en vader vrezen”. Het gebod dat al die geboden samenvat is natuurlijk dat God liefgehad moet worden boven alles maar dat je dat doet door je naaste lief te hebben als jezelf. De straf op het breken van dit gebod is de doodstraf. Maar niet zomaar. Vader en moeder moeten samen naar de oudsten in de poort, de rechters van de stad. Die moeten oordelen of het juist is dat er sprake is van een weerspannige zoon. Ook in onze dagen moeten we dus zorgvuldig zijn als het gaat om vervelende jongens die de buurt terroriseren. Dat probleem moeten we samen met de ouders aanpakken als we de Bijbel goed verstaan. Niet naar de overheid wijzen maar naar de ouders gaan, met de ouders maaltijd houden en het probleem van hun vervelende zoon of zonen bespreken. Daar kom je met de Bijbel als richtlijn op uit en daar zou wat meer naar geluisterd moeten worden. We kunnen die regels elke dag opnieuw gaan volgen, ook vandaag weer.