Deuteronomium 18:9-22
Profeten zijn geen toekomstvoorspellers en met de God van Israël is geen handeltje te drijven. Dat zijn de boodschappen die we vandaag lezen in het gedeelte uit het boek Deuteronomium dat op het leesrooster staat. We willen natuurlijk graag weten wat ons boven het hoofd hangt, welke beslissingen we moeten nemen, welke richting ons leven uit zal gaan. Veel mensen willen ook goedkeuring van hun ouders, ook al zijn die lang overleden, of andere vroeg gestorven geliefden. Op eigen benen staan is immers eng en of je het altijd zo goed doet is maar de vraag. De God van Israël veroordeelt al die mensen die zich bezig houden met het contact met overledenen, met het voorspellen van de toekomst, met instralen en geestfluisteren. Het kompas waar je op kunt varen is de Wet zoals die door de God van Israël is gegeven, heb uw naaste lief als uzelf. Al het andere is afgoderij en bijgeloof, het wordt uitgeoefend door leugenaars en bedriegers. De geestfluisteraars met hun healings en readings die we op de televisie zo spectaculair zien optreden zijn volgens de Bijbel bedriegers die de mensen misleiden en tot afgoderij brengen.
Nog erger zijn de mensen die hun kinderen offeren. Wij denken dat we dat niet meer doen. Maar dat is niet zo. Onze carriéres en onze aanbidding van werken, winst en profijt, maken dat we onze kinderen al van jongs af aan onderbrengen in crêches en opvangcentra. Voor en na schoolse opvang bloeien als nooit tevoren. De rijken verhogen de kosten er van omdat de belasting die ze meebrengen voelbaar wordt. Toch blijven ouders gedwongen worden carriére, werk, winst en profijt te stellen boven opvoeden en overbrengen van normen en waarden als liefde en zorg voor de naaste. Ook in onze samenleving worden kinderen dus opgeofferd aan de goden van deze tijd. En wie beseft dat er ook nog kinderen zijn die opgeofferd worden aan eigen lustbevrediging zal daartegen wel te hoop willen lopen. Terecht wordt lustbevrediging met kinderen beneden de 12 jaar als verkrachting gezien. Maar we mogen ons vaker afvragen wat we met de andere vormen van opoffering van onze kinderen aan het doen zijn.
Het gedeelte van vandaag legt de nadruk op de functie die profeten hebben. Profeten zijn dus geen toekomstvoorspellers. Ze zijn analytici van de huidige samenleving, ze zeggen waar het op uit zal lopen als we zo doorgaan. En wanneer weten we dat profeten uit God spreken? Als gebeurd wat ze zeggen dat zal gebeuren. Dan is het te laat. In het begin van de jaren 60 van de vorige eeuw zeiden mensen dat we een probleem zouden krijgen met Marokkaanse jongens als we niets zouden doen aan de inburgering van hun ouders. Die mensen werden toen weggelachen, dat zou maar geld kosten, dan zouden die ouders maar blijven, dat was de linkse zorgzame samenleving. Die voorspelling is uitgekomen, we zitten nu met de last. Toen werd gezegd dat het vormen van een samenleving waarin iedereen zich thuis zou voelen de oplossing was. Verantwoordelijkheid ook voor kinderen zouden we samen moeten delen. Nu wordt de scheiding van bevolkingsgroepen gepreekt. Aangezien de Bijbel ons oproept altijd één volk te vormen en juist ook de vreemdelingen daarbij te betrekken lijkt het voor de hand te liggen wie er Christelijk, vanuit Gods Woord, spreekt. We kunnen nog veranderen en weer samen gaan leven. Vandaag krijgen we uit de Bijbel daar weer een oproep toe, laten we daarom beginnen.