Psalm 103
Op deze bijzondere herdenkingsdag van de aanslag op de twee torens van het wereldhandelscentrum in New York en het Pentagon in Washington zingt de kerk in Nederland mee met het danklied van de dichter van Psalm 103. Op het eerste gezicht een wat wonderlijke combinatie. Want natuurlijk herdenken we niet alleen de vele duizenden doden die in New York vielen op die elfde september. Ook daarna vielen er duizenden aan de vergiftigingen die ze opliepen bij het puinruimen. En als gevolg van die aanslagen in Amerika braken er ook oorlogen uit in Irak en Afghanistan die vele duizenden mensen het leven hebben gekost. Zelfs Nederlanders sneuvelden in Afghanistan als indirect gevolg van de aanslagen die vandaag worden herdacht.
Wat wonderlijk om dan juist vandaag te gaan zingen over de weldaden van de God van Israël. Maar wie de verhalen kent uit de Hebreeuwse Bijbel, wat wij het Oude Testament noemen en wie wat weet van het geloof in de God van Israël zal het al wat minder vreemd voorkomen. Dat volk van Israël en de gelovigen in de God van Israël hadden het niet gemakkelijk. Rampen en oorlogen waren hun deel zoals ook vandaag de dag duizenden en tienduizenden moeten leven onder erbarmelijke omstandigheden en in oorlogsgebieden. In de Hebreeuwse Bijbel wordt steeds getuigd van de ervaring dat in die erbarmelijke omstandigheden en ondanks die oorlogen de God van Israël steeds een tegenstem tegen de ellende bood. Die God overlaad je met schoonheid en geluk en bovenal doet die Heer wat rechtvaardig is.
Misschien dat die verzen uit het lied van vandaag nog wel het meest aanspreken “hij verschaft recht aan de verdrukten” Het volk Israël wist hoe verdrukten recht gedaan zou moeten worden, zij hadden de wegen die aan Mozes gewezen waren, de richtingwijzers vinden we in de wetten van Mozes die zich laten samenvatten als Heb Uw naaste lief als Uzelf. En hoewel we daar iedere keer weer vanaf wijken mogen we weten dat de God van Israël niet eindeloos blijft twisten, dat zijn boosheid niet eeuwig zal duren. En de onze? Komt er een eind aan onze boosheid? In Amerika proberen velen een proces van verzoening op gang te brengen. Tussen mensen die verschillend geloven zal niet het zwart maken, niet de haat die gezaaid wordt, mogen overwinnen, maar zal de liefde moeten gaan heersen zodat de vrede een kans krijgt.
In de wereld die van God los is gekomen geldt de liefde voor anderen als een zwakheid. In deze Psalm worden de mensen die zich door de liefde laten leiden als sterke helden bezongen. De kracht die mensen samen kunnen ontwikkelen in de liefde is volgens de Psalm zelfs sterker dan aardse legers, de psalm zingt over hemelse machten. De jongeren in het midden oosten bewijzen ons dat met hun geweldloze revoluties. Maar in Amerika en Europa moeten we nog leren de stemmen die ons angst voor de Islam aanpraten en die haatzaaien tegen hen die anders geloven tot zwijgen te brengen. Dan pas heeft het herdenken echt zin, dan pas hebben we geleerd dat die tienduizenden slachtoffers van die aanslagen op de elfde september het gevolg waren van haat die was gezaaid en angst die was gekweekt. Laat ons niet weer die weg gaan, maar de weg van het Rijk van de God van Israël. Laten we die tot Heer van de wereld maken, vandaag nog.