Maar wie zijn jullie?’

Handelingen 19:8-22

Het is geen tovenarij. Het was geen tovenarij toen Jezus van Nazareth boze geesten uitdreef en het was geen tovenarij toen Paulus en de Apostelen boze geesten uitdreven. Wat wij nu ziekten en handicaps noemen waren in de tijd van de eerste Christengemeenten boze geesten. Mensen hadden geen andere mogelijkheid tot overleven dan te bedelen en een beroep te doen op het medelijden van aardige medemensen. Christenen weigerden daar op in te gaan. Volgens Christenen konden ook zieken en gehandicapten normaal met de samenleving meedoen. Blinden konden zien, doven konden horen en lammen kunnen lopen. Je moet niet kijken naar wat mensen niet kunnen maar naar wat ze wel kunnen. Daarom kunnen zogenaamde gebedsgenezers, hier de zonen van een hogepriester, en magiërs, die mensen met die dure boeken, de boze geesten ook niet uitdrijven.

En in onze dagen? Heeft de regering dan gelijk om de sociale werkplaatsen te sluiten en de gehandicapten die daar werken maar naar de vrije markt te verwijzen? Integendeel, de manier waarop deze regering met gehandicapten om dreigt te gaan is nog harder dan gebedsgenezers die zieken die niet genezen verwijten dat ze te weinig geloof hebben. Iedereen moet maar voor zichzelf zorgen is het devies van liberalen en Christen Democraten. Die sociale werkplaatsen die we hebben zijn juist opgericht om gehandicapten dat te laten doen wat ze nog wel kunnen. Ze hebben daar een normale arbeidsplaats die hen de gelegenheid geeft te doen wat ze kunnen. Dat wordt ze ontnomen als ze maar voor zichzelf moeten zorgen. Binnen de Christelijke gemeente zorgen we voor elkaar, staan we voor elkaar in, zorgen we er samen voor dat blinden kunnen zien en doven kunnen horen. Zonder dat worden ze zielige bedelaars.

Maar ook in de dagen van Paulus was het niet eenvoudig. Samen met de nieuwe gedoopten, de vroegere volgelingen van Johannes de Doper die de Weg van Jezus van Nazareth hadden leren kennen was hij een bezoeker van de Synagoge geworden. Daar immers had je moeten verwachten dat men gevoelig was voor de Wet van Heb Uw Naaste Lief als Uzelf. Dat was toch de kern van de Wet van Mozes waar men de mond vol van had. Maar soms hebben zogenaamde gelovigen meer met fraai verwoorde gebeden, enthousiast gezongen liederen en op toon in oude spraak gereciteerde teksten uit de Heilige Schrift.

Het vormen van een samenleving waar de een alles over heeft voor de ander is belachelijk. Gelijkstellen van mannen en vrouwen, gelovigen en heidenen, slaven en vrijen, gezonden en gehandicapten is volstrekt buiten de bedoeling van het geloof werd er toen gezegd en hoor je vandaag de dag soms zelfs van de kansel verkondigen. Toch is de Weg van Jezus van Nazareth het opbouwen van een dergelijke wereld, een wereld ons door de God van Israël gegeven, een wereld waar we bij moeten willen horen door te doen wat er in die wereld hoort te gebeuren, tranen drogen en gevangenen bevrijden. Elke dag opnieuw en elke dag mogen we er weer aan meedoen, ook vandaag weer.

Plaats een reactie