Jakobus 2:14-26
Vandaag lezen we een gedeelte uit de Bijbel dat zich dezer dagen dag in dag uit op de TV liet illustreren. Wij kennen natuurlijk de praatjes zonder daadjes van de politici. Maar de president en de vice-president van Egypte maakten het wat dat betreft wel erg bont. Al weken roepen miljoenen demonstranten dat ze moesten aftreden en ze antwoordden uiteindelijk dat de eisen legitiem zijn en dat ze daarom blijven zitten. Praatjes zonder daadjes in de ergste vorm en misschien met grote conseqwenties voor de armsten in Egypte. In Egypte was dat op den duur niet meer houdbaar doordat mensen bleven geloven in hun ideaal en daaraan met daden bleven vasthouden. In onze kerken kunnen sommige gelovigen en voorgangers er ook wat van. Prachtige preken worden gehouden, de mooiste psalmen gezongen, vurige gebeden klinken er, maar als je de kerk uit bent en je kijkt om je heen dan zie je dat het praatjes zonder daadjes zijn. Zo’n geloof kan niemand redden. Het blijft bij praten maar er wordt nooit een hand uitgestoken naar iemand die een uitgestoken hand nodig heeft. Je kunt niet “eet smakelijk zeggen” tegen iemand die ligt te sterven van de honger. En iemand die alleen nog een paar vodden om het lijf heeft geeft je niet de raad zich warm te kleden. Praatjes zonder daadjes zijn het bewijs van een dood geloof. De discussie die Jacobus met zijn gemeente aan gaat is er een over de Wet. Paulus had gezegd dat het zich laten besnijden niet nodig was voor de Heidenen, ook de spijswetten hoef je niet meer te volgen. Ook Jezus van Nazareth had het soms voor mensen opgenomen als die in de knel kwamen door een al te strikte wetsopvatting, het genezen op de sabbath is het bekendste daarvan. Maar Jezus van Nazareth had ook gezegd dat hij niet gekomen was om de wet te ontbinden en Paulus had geschreven dat je niets van de Wet zou moeten afdoen. Jacobus laat in zijn voorbeelden zien dat het gaat om het heb uw naaste lief als uzelf. Zelfs als dat betekent dat je je enige zoon zou moeten offeren zoals Abraham dan nog kun je het wagen met de God van IsraĆ«l. Zoals ook Rachab de hoer koos voor het leven van de verspieders tegen de solidariteit met haar eigen volk. En een dood lichaam zonder ziel? Dat kennen we zelfs voor het sterven. Bezieling brengt ons in beweging, bezieling drijft ons te laten zien waar ons hart vol van is en onze mond van over loopt. Een bezielt mens blijft niet werkeloos toezien maar steekt de handen uit de mouwen. Een mens die niet bezielt is, die heeft de tijd voor mooie woorden, voor prachtige praatjes maar ze blijven dood, ze blijven zonder daadjes. Voor ons maar goed dat we elke morgen weer opnieuw bezield mogen worden en aan het werk mogen gaan voor waar ook bij ons de mond van over loopt, de liefde voor de naaste, voor de minste. Dat mag God zij dank, ook vandaag weer.