Wat baat het u als ik sterf?

Psalm 30

Er wordt wel eens gezegd dat het Christendom leert dat je na je dood naar de hemel gaat. Heel lang is mensen voorgehouden dat ze het lijden tijdens hun leven maar moeten dulden omdat ze dan na hun dood de beloning in de hemel zouden krijgen. Volgens de Bijbel zit het echter geheel anders in elkaar. Van wat er na de dood is weten we niks. De adem die van God gekomen is en het leven geeft keert terug naar God en het lichaam dat uit de aarde gekomen is keert terug tot de aarde. Dood is dood en zelfs God heeft niks meer aan je als je dood bent zingt deze Psalm. De Psalm is een lied bij de inwijding van een huis. Vanouds wordt dan gedacht aan de inwijding van het huis van God, de Tempel. Daar immers is de Wet te vinden die zegt dat elke 50 jaar iedereen het erfdeel in het beloofde land weer terug krijgt en opnieuw mag beginnen. Daar zingt deze Psalm ook over. Er is vreugde, er is leed en er is vreugde na het leed. Uiteindelijk is de klacht van de dichter veranderd in een dans, zijn rouwkleed is weggenomen en de dichter is in vreugde gehuld. Regels als het opnieuw mogen beginnen en daar zelfs je oorspronkelijke erfdeel aan land weer terug mogen krijgen zijn natuurlijk bovenaards. Zoiets verzinnen mensen eigenlijk niet voor elkaar. Alleen bij de God van Israël kom je zulke regels tegen. In het boek Jozua staat beschreven welke familie welk stuk land had gekregen en als je dan van die familie was dan moest je na 50 jaar daar opnieuw kunnen beginnen. In de praktijk is er waarschijnlijk nooit iets terecht gekomen van die regel. Vijftig jaar na de intocht en de verdeling was het volk veel te druk met het bevechten van buurvolkeren die de oogst kwamen stelen. En later zorgden de rijken en de machtigen wel dat de armen niet tot hun recht konden komen. Maar altijd in alle eeuwen is in Israël de notie blijven bestaan dat dat aangename jaar van de God van Israël zou aanbreken en dat de armen toch recht gedaan zou worden. Tot in de dagen van Jezus van Nazareth toe werd er een beroep gedaan op die regel. De vader en moeder van Jezus van Nazareth gingen naar Bethlehem omdat zij uit de familie van David waren en daar het stuk land lag dat aan die familie moest worden teruggegeven. Een lied dat aan deze regels herinnert past daarom zeer bij de inwijding van een nieuw huis. Je had het niet, het is nieuw, je weet niet voor hoe lang je het hebt, maar je weet dat als je het verliest je toch weer een nieuw huis krijgt. Ook de Tempel werd vernieuwd nadat die werd verwoest, ook daarom past deze Psalm dus zeer bij op het feest van de inwijding van de Tempel. Die Tempel was er immers voor de regels die de armen zouden beschermen. Die regels behoren nu in ons hart gebeiteld te zijn, het zingen van deze Psalm hoort dus ook bij ons de regels voor het recht van de armen weer in herinnering te brengen. Wij kunnen er dan weer mee aan de gang, ook vandaag weer.

Plaats een reactie