Johannes 9:13-23
Volgens de wetten van Mozes moesten de priesters vast stellen of iemand echt genezen was en weer als volwaardig lid van de gemeenschap in de samenleving kon worden opgenomen. Nu is het evangelie van Johannes geschreven na de verwoesting van de Tempel in Jeruzalem en waren de Priesters dus niet zomaar meer bereikbaar. De plaats van Tempel was echter langzamerhand overgenomen door de Synagogen, daar kwam men bijeen om de wetten van Mozes, de Wet van de Woestijn, te bestuderen en er de richtlijnen uit te halen voor het leven van alle dag. Ook Jezus was vaak naar de Synagogen geweest om uit de Joodse Bijbel te lezen en te onderwijzen. De beweging van de Farizeeën hield zich daar bij uitstek mee bezig en zij hadden ook de Synagogen gesticht. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Jezus vaak in discussie was met de Farizeeën. Juist in die discussies ontdekte men de waarheid en een uitgangspunt van de Farizeeën was dat elke doordachte interpretatie van de Schrift als juist moest worden aangenomen. Toen echter in de loop van de eerste eeuw de volgelingen van Jezus van Nazareth steeds meer Heidenen in hun beweging opnamen kregen ze te maken met een groeiende weerstand van de Farizeeën. Die immers waren er op uit om het oorspronkelijke geloof zuiver te houden en elke vermenging met het heidendom zou uiteindelijk tot het verdwijnen van dat geloof leiden. De reactie zoals die in dit verhaal is geschilderd is daarom zeer legitiem, maar de discussie leidt af van het oorspronkelijke uitgangspunt. Dat was dat de grote daden van God, dat wat voortgebracht wordt door onuitputtelijke liefde, groot gemaakt en verheerlijkt zouden worden. Deze week staan ons ook dergelijke discussies te wachten. Dan gaat het niet meer over de vraag of mensen door het leven en sterven van Jezus bevrijdt zijn van angst en onderdrukking maar of die hemel waar over gesproken wordt eigenlijk wel bestaat en waar die dan wel niet is. In het verhaal over de grote daden van God en de onuitputtelijke liefde gaat het echter om de mensen die weer een toekomst gaan zien, die weer als zelfstandige mensen mee mogen gaan doen aan onze samenleving en niet als bedelaars langs de kant hoeven blijven te zitten. Laten we ons daarom voornemen deze week niet mee te doen aan discussies over de hemel maar met beide voeten op de aarde blijven staan en de mensen het goede nieuws vertellen dat ze bevrijdt zijn van de onderdrukkers.