Joël 2:18-27
De boeren zullen wel blij zijn met deze passage uit Joël. Dat over die regen die op de juiste tijd en in de juiste hoeveelheid komt. Boeren in Nederland weten al eeuwen dat je daar pas van kunt profiteren als je nauw samenwerkt. De Waterhuishouding is pas een succes als de boeren dat samen regelen en niet ieder voor zich. Als het ieder voor zich zou zijn zou in ons land de een te veel hebben en de ander te weinig en niemand genoeg om een overvloedig gewas te telen of gezond vee te kunnen houden. En daar gaat het in dit stuk over. De manier waarop God, de God van Israel wel te verstaan, mensen op de aarde gezet heeft is de manier waarop de bomen volop vrucht kunnen dragen, de woestijn bekleed wordt met een kleed van groen en vijgenboom en wijnstok hun rijkdom kunnen geven. Dat kan pas als er samengewerkt en samen gedeeld wordt. Joël had niet voor niets het volk opgeroepen om samen te komen bij de Tempel. Daar lag de oorsprong van die samenwerking, de herinnering aan de ontdekking in de Woestijn dat je alleen kunt overleven als je echt voor elkaar door het vuur durft te gaan, als je alles voor elkaar over hebt, als je je naaste liefhebt als jezelf. Onze waterschappen zijn daar nog maar een vage herinnering aan. De tijd dat we op terpen leefden in kleine dorpen en dat het tijd werd om samen dijken aan te leggen en te beheren ligt zo ver achter ons dat nut en noodzaak van die waterschappen bijna vergeten zijn. Zo ging het in de geschiedenis van Israel ook steeds. Dan moesten er weer mensen opstaan om het volk op te roepen toch hun oorsprong niet te vergeten en zich te herinneren waar ook al weer hun overleving lag. In de tijd van Joël zijn het de sprinkhanen die met hun gevreet het volk bij de les houden. In onze tijd is het misschien de klimaatverandering die ons leert dat we er niet op los kunnen leven en alles maar op kunnen maken wat de aarde biedt maar dat we samen moeten delen en in goede tijden moeten sparen voor de kwade dagen die altijd op ons liggen te wachten. Het toverwoord van deze dagen is duurzaam, we moeten duurzaam willen leven, alsof we dijken moeten bouwen voor de eeuwigheid. Zo bouwden de boeren van weleer hun terpen en dijken. Nu zijn het monumenten maar ook lessen uit het verleden voor de toekomst. Wie vandaag op de nationale molendag over die dijken fietst moet zich maar eens realiseren dat alleen door samen te werken, samen te leven maar vooral door samen te delen het leven achter de dijken mogelijk is.