Handelingen 9:19b-31
Je hebt dat ook tegenwoordig nog wel. Mensen die bekeerd zijn en dan nog fanatieker zijn dan de oorspronkelijke aanhangers. Zo moet het met die Saulus ook gegaan zijn. Hij kwam om te vervolgen maar vervolgens maakte hij oproer. Moet je eens voorstellen. De Joden zijn in het buitenland en vormen daar toch al een minderheid. Ze hebben de nodige moeite om hun eigen geloof, hun eigen cultuur te bewaren en dan komt er een vreemde snoeshaan, ook zo’n buitenlandse Jood, die ze vertelt dat ze bevrijd worden als ze meegaan in het verhaal van Jezus van Nazareth. Diezelfde Jezus die door de machthebbers van het rijk en door de autoriteiten van de Tempel is veroordeeld en een slavendood is gestorven. Hij bleef liefhebben ook door de dood heen is dan de boodschap. Levensgevaarlijk is zo’n optreden zeker als dat ook nog een beetje fanatiek wordt gebracht. Het gooit alles in de war, het schept partijen, de een is het eens met die Saulus de ander vindt het maar niks. Weg met Saulus, en in een mand over de muur moet de vervolger vluchten voor zijn vijanden. Terug naar Jeruzalem, naar de mensen die hij eerst uit hun huizen sleurde. Geen wonder dat die christenen bang voor hem waren. En dan gaat hij opnieuw in discussie met de Grieks sprekende Joden. De buitenlanders dus, die toch al moeite hadden om geaccepteerd te worden. Grieks sprekende weduwen werden zelfs in de Christelijke gemeente bijna achtergesteld. Ze waren de aanleiding om ook Grieks sprekende voorgangers, diakenen, aan te stellen. Voor de gemeente in Israel, de gemeente in opbouw, is het allemaal maar niks dat optreden van die Saulus. Hij moet maar terug naar huis, naar Turkije, naar Tarsus, daar komt hij immers vandaan, daar kennen ze hem. En dan keert inderdaad de rust weer. Niet dat de groei afneemt. De gemeente blijft groeien. En het aantal gemeenten blijft groeien. Dat slaan op de trom en het opzetten van een grote mond is dus nergens voor nodig. Liefde laten zien, je vijanden lief hebben, je naaste liefhebben als je zelf, delen wat je hebt en de maaltijd houden met iedereen ongeacht afkomst of nationaliteit. Dat is wat er voortdurend staat in dit verhaal. Dat is wat we zelfs vandaag de dag nog moeten leren. Wat we de komende week moeten oefenen als we herdenken wat er kan gebeuren als we dat “samen doen” volkomen zijn kwijtgeraakt en weigeren in mensen nog medemensen te herkennen. Morgen ons eerst maar verbazen over de overvloed die er onder ons is, misschien kunt U delen met de armen in de wereld.