Wijd alle eerstgeborenen aan mij

Exodus 13:1-10

Dit is een van de eerste geboden die het nieuwe volk van Israël krijgt als het eenmaal verlost is van de slavernij van Egypte. Een voor hen zeer bijzonder gebod maar waarom? Want voor ons is dat niet zo bijzonder. Wij kennen dat ook wel dat kinderen aan God gewijd worden, dopen noemen we dat. Maar wij doen dat met alle kinderen, waarom dan in Israël alleen de eerstgeborenen. Het was als tegenstelling met alle andere volken die ze kenden. Daar werden de eerstgeboren geofferd aan de goden, gedood dus, zoals Abraham ooit met Izaaäk er op uit trok om die naar de gewoonte van volkeren en godsdiensten te offeren. Maar Abraham kwam er al achter dat de God van Abraham, nu de God van Israël, dat niet wilde, die wil niet dat eerstgeborenen voor hem sterven maar dat alle mensen en dieren voor hem leven. Dit gebod staat dan ook in schril contrast met het lot van de eerstgeborenen van Egypte die de dood hadden gevonden en het offer waren dat het volk Israël uiteindelijk had verlost uit de slavernij, de slavenij van de dood ook. Ze trokken uit in de maand Abib staat er, dat is de arenmaand, de maand waarin het graan voor het brood geoogst kan worden. In het nieuwe land waar ze heentrekken zal dan ook niet het eten van dode dieren het teken van bevrijding zijn maar het eten van de matzes, de ongezuurde broden, het brood dat bijna niet kan bederven. Zeven dagen, van de ene godsdag tot de volgende godsdag zullen die matzes gegeten worden. In dat nieuwe land zullen de Israëlieten het voorschrift kennen dat een tekst uit de Wet in een kokertje op hun voorhoofd gebonden zal zijn en met een riem om hun arm gewikkeld dient te zijn. Nog steeds is dat bij rituele aangelegenheden een voorschrift voor de Joden. Zo dicht op je huid zal ook het voorschrift zijn het eerstgeborene niet te offeren maar aan God te wijden en elk jaar zeven dagen lang de ongezuurde broden te eten als teken dat het volk bevrijd is van het land van de dood en leeft in het land van het leven, het land dat geschonken is door de God van Israël. Dat feest van de ongezuurde broden is ons Paasfeest geworden, ons feest van het leven, want op de eerste dag van de week ontdekten de vrouwen die Jezus van Nazareth gevolgd waren uit Galilea dat zijn graf leeg was zoals hij zelf al had gezegd. Als wij leven zoals hij geleefd heeft, in absolute liefde voor onze naaste, dan mogen wij er op rekenen dat in hem ook door de dood heen vol te kunnen houden. Ons leven valt dan in het niet bij het leven van onze naaste. Dan mogen niet alleen de eerstgeborenen gewijd zijn aan God als teken van het leven, alle kinderen mogen meedoen aan die geweldige beweging van Liefde die in Jezus van Nazareth zich verspreid heeft over alle volken van de aarde. Begonnen in een slavenvolk in het uithoek in het machtige Egypte, vormgegeven in een tocht door de woestijn waar bij een heilige berg de wetten zijn gegeven die zich laten samenvatten in het heb uw naaste lief als uzelf en die uiteindelijk onder de meest uitzichtloze bezetting haar vervulling vond in de dood en opstanding van Jezus van Nazareth en zich verspreide over de hele wereld. Ook zoveel eeuwen na het begin mogen wij er vandaag nog deel aan hebben. Aan het werk voor onze naasten dus.

Plaats een reactie